allemaal

allemaal
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

allemaal

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De seizoenen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht 1
Luister naar het liedje.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

de seizoenen

Slide 5 - Carte mentale

Welke woorden ken je al over de seizoenen?
de winter
In de winter is het koud buiten.

Het kan sneeuwen en hagelen. 

Maanden: december, januari en februari

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de lente
  • lammetjes, vogels leggen eieren
  • bloemen beginnen te bloeien.
  • maanden: maart, april, mei

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de zomer
Warm weer, lange vakantie
maanden: juni, juli, augustus

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de herfst
Bladeren vallen van de boom, regen, het wordt kouder
Maanden: september, oktober en november

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We lezen samen het verhaal.
Je krijgt vragen over het verhaal.

Slide 10 - Diapositive

Tekst samen lezen en kopie voor leerlingen uitdelen.