spieren

bs 4 Spieren 
bladzijde 125
van je boek
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

bs 4 Spieren 
bladzijde 125
van je boek

Slide 1 - Diapositive

Het skelet maakt beweging mogelijk. Daarvoor zijn ook spieren nodig. Spieren zitten aan je botten vast. Spieren en skelet zorgen samen voor bewegingen. Alle spieren samen vormen het spierstelsel. 
Doel van deze les
  1. Je controleert of je gemaakt hebt: basisstof 3 en 7
  2. Je kijkt de gemaakte opdrachten na.
  3. Je weet waar spieren zitten
  4. Je kunt vertellen hoe spieren zijn opgebouwd
  5. Je kunt vertellen hoe spieren vastzitten
  6. Je kunt vertellen hoe spieren werken: antagonisten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke spieren traint deze man hier?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegengestelde spieren: antagonisten

Slide 5 - Diapositive

Biceps = armbuigspier
triceps = armstrekspier
spieren

Slide 6 - Diapositive

Hier zie je het spierstelsel.
Bouw van de spier

Slide 7 - Diapositive

Dit is een tekening van een spier. Om de spier zit een spierschede. Aan beide uiteinden van de spier zit een pees. Met de pezen zit een spier vast aan botten. Een spier bestaat uit spierbundels. Een spierbundel is een verzameling spiervezels. Spieren zijn verbonden met zenuwcellen. Via de zenuwcellen komen impulsen bij de pier. door de impulsen trekt een spier Samen. 

Slide 8 - Diapositive

Je ziet hier een kuitspier en botten in een been. De kuitspier zit met pezen vast aan de botten. De plek waar een pees aan een bot zit, heet aanhechtingsplaats. Een pees kan zich niet samentrekken en ook niet uittrekken. Een spier kan dat wel. Als de kuitspier zich samentrekt, wordt hij korter. Hij trekt dan de aanhechtingsplaatsen naar elkaar toe. Hierdoor ontstaat een beweging. 
Hoe werkt een spier?

Spieren bestaan uit een groot aantal spiervezels

Spiervezels zijn langgerekte spiercellen

De spiervezels zitten in groepjes bij elkaar in een spierbundel

Om elke spierbundel zit een vlies

De vliezen van alle bundels in een spier samen zijn aan het uiteinde samengegroeid tot pezen


De pezen zitten vast aan de botten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking van een spier
Er komst een impuls vanuit een bewegingszenuwcel: 
  •  Door de impuls trekt de spier samen.
  1. Spier wordt korter
  2. Spier wordt dikker
  3. De afstand tussen 2 aanhechtingsplaaten wordt kleiner
  • Er vind veel verbranding plaats (meer zuurstof en brandstof nodig)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

doorloop deze lesson-up zelfstandig, 
stel je vragen via teams of volgende week.
leerlingen online:
log uit en ga naar magister
klik op de link van deze lesson-up.
doorloop de dia's zelfstandig.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Meten = Weten!

Meet bij elkaar met een meetlint de omtrek van
a. de gestrekte arm.
b. de gebogen arm (maak een spierbal).

schrijf getallen in schema opdracht 19 op bladzijde 30
en stuur naar lesson up

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Keuze 1
maak basisstof 4 
opdracht 21, 22, 23 bladzijde 126 ev
Keuze 2
maak basisstof 3  af 
kijk na
nakijkboek op magister 
opdrachten maken
 let op: hierna huiswerk controle 
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerkcontrole
gewrichtskop
gewrichtsband
gewrichtskapsel
gewrichtsslijm
gewrichtskraakbeen
gewrichtskom
open je werkboek
 op bladzijde 24 ev
opdracht 14 + 15
en bladzijde 51 ev
opdracht 37+ 38


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
timer
0:10
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De biceps (spierballen) zijn een voorbeeld van:
A
Kringspieren
B
skeletspieren
C
diepe spieren
D
zijn geen spieren

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Keuze 1
maak basisstof 4 
opdracht 24 en 25
bladzijde 126 ev
Keuze 2
maak basisstof 4
opdracht 21 tot en met 25
bladzijde 126 ev
Huiswerk maken
timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zijn antagonisten?
A
Twee spieren, die een tegengestelde beweging mogelijk maken.
B
Spieren, die jouw arm bewegen.
C
Spieren, die altijd doorwerken.
D
Spieren, die verkrampen.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd over? Blessures
Botblessures
Spierblessures
Gewrichtblessures

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blessures

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blessures voorkomen

Slide 23 - Diapositive

Houd je aan de regels om blessures te voorkomen!