§2.4 Orkanen

2.4- Orkanen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.4- Orkanen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet wat orkanen zijn en hoe ze ontstaan. 
- Je weet wat gevolgen van orkanen zijn. 


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is een orkaan?
Orkaan (of tyfoon of cycloon): zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 26 graden warm is

Slide 4 - Diapositive

Zijn orkanen voorspelbaar? waarom wel/niet?

Slide 5 - Question ouverte


  • Een orkaan is een storm met windsnelheden > 117km/u
  • minimaal windkracht 12
  • Per deel van de wereld anders genoemd:
    - hurricane (VS)
    - cycloon (Zuid-Azië, Australië) 
    (naar het Griekse ‘kúklos’ dat ‘cirkel’ of ‘kring’ betekent)
    - tyfoon (of: taifoen; Oost-Azië)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Een orkaan veroorzaakt:
1.    Harde wind
2.   Regenbuien >>          
       - Aardverschuivingen
       - Overstromingen
3.   Hoge golven

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Waarom ontstaan de meeste orkanen in de periode van half augustus tot begin oktober?

Slide 11 - Question ouverte

 Samengevat: onstaan van een orkaan


  • Begint meestal als een tropische storm tussen 5 en 20 graden noorderbreedte. (Tropische storm= lagedrukgebied met minimaal windkracht 8.)
  • Zeewater moet minimaal 26,5° Celsius zijn
  • Warmt zeewater verdampt en stijgt op.
  • Lucht koelt af en condenseert (wolken ontstaan)
  • Onderin is er een tekort aan lucht (lage luchtdruk)
  • Lucht gaat draaien door de draaiing van de aarde 
  • Door de draaiing van de aarde gaan
    de wolken om een vast middelpunt draaien: het oog
  • In het oog is het windstil 

Slide 12 - Diapositive

Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Vidéo

Windkracht meten wij met de
Schaal van Beaufort
Aantekening

Slide 15 - Diapositive

Vanaf welke windkracht (op de schaal van Beaufort) noemen we een tropische storm een orkaan?
A
8
B
3
C
12
D
11

Slide 16 - Quiz

Een orkaan op het noordelijk halfrond draait....
A
Met de klok mee.
B
Tegen de klok in.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Gevolgen van de orkaan
Drie kenmerken die er samen toe kunnen leiden dat er veel slachtoffers vallen en dat er veel schade ontstaat.

- Harde wind
- Veel regen
- Hoge golven

Als er veel regen valt in een heuvelachtig gebied is er kans op aardverschuivingen en modderstromen.

Slide 20 - Diapositive

Orkanen hebben gevolgen op verschillende vlakken:

Menselijke gevolgen

Economische gevolgen

Landschappelijke gevolgen

Slide 21 - Diapositive

Waarom veroorzaken orkanen en tornado's in andere landen van Azië vaak meer schade dan in Japan?
A
Het ontwikkelingspeil is in die landen lager
B
Het ontwikkelingspeil is in die landen hoger
C
De orkanen hebben daar een hogere windkracht
D
De orkanen hebben daar meer regenval

Slide 22 - Quiz

timer
5:00
Aan de slag
paragraaf 2.4
alle opgaven
Klaar? 2.2 en 2.3 af? 
Eerste 5 min in stilte

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
paragraaf 2.4
alle opgaven
Klaar? 2.2 en 2.3 af?
Fluistertoon
Fluister alleen met degene naast je
Blijf op je plek

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet wat orkanen zijn en hoe ze ontstaan. 
- Je weet wat gevolgen van orkanen zijn. 


Slide 25 - Diapositive