Duits week 20 (17-21 Mei 2021)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Donnerstag 20. Mai 2021

Afspraken tijdens de les

• Geen telefoon, je krijgt geen waarschuwing maar meteen een telefoonmelding.
• Als je wat wilt zeggen of vragen steek je even je hand op.
• 1e waarschuwing = waarschuwing
• 2e waarschuwing = naam op het bord
• 3e waarschuwing = consequentie 

Was machen wir heute?

• Lernziel
• Rückblick
• Grammatik: feesttenten en voltooid deelwoord
• Sprachmittel
• Selbständig arbeiten / Hausaufgaben
  
• Check

Lernziel

Heute:

• Je weet hoe je in de meeste gevallen het voltooid deelwoord in het Duits maakt.
• Je kunt een zin maken met het voltooid deelwoord.
• Je kunt een kenmerk van een dier benoemen.

Rückblick

Tieren

Feesttenten

Weißt du es noch?

Hoe gebruik je de regel?

1. Wat is de stam van het werkwoord?

2. Welk persoonlijkvoornaamwoord staat in de zin?

3. Regel ''feesttenten'' toepassen.

ich spiele Fussball. 

'Normale' regel:

ich

du

er/sie/es/man

wir

ihr

sie/Sie

mach

mach

mach

mach

mach

mach

FE

e

st

t

en

t

en

(FE) esttenten

Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van de meeste werkwoorden maak je door:

ge + stam + t

Die Katze hat gespielt

Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

stam + st

stam + e

stam + t

stam + en

stam + t

stam + en

Ich ...... einen Brief (schreiben)

1. schreib
2. schreibe
3. schreibt
4. schreiben

Wir ....... gerne Karaoke. (singen)

1. singe
2. singen
3. singt
4. singst

....... Susanne auch ins Kino? (gehen)

1. gehe
2. gehst
3. geht
4. gehen

Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)

1. mache
2. machst
3. macht
4. machen

Hoe maak je in de meeste gevallen het voltooid deelwoord?

Ich habe eine Karte ..........
(voltooid deelwoord van kaufen)

Wir haben einen Trip ..............
(voltooid deelwoord van machen)

Siehst du das Kind? Es ... seine Eltern. [suchen]

Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]

Wir ... einkaufen.
[gehen]

Er ... jeden Tag eine Stunde.
[boxen]

Sprachmittel

Sprachmittel auf Seite 122

+

Aufgabe 39 auf Seite 124

Es darf auch ein anderes Tier sein!

Mindestens 3 Merkmale nennen. (3 eigenschappen)

Selbständig arbeiten

Ihr macht jetzt Aufgabe 25, 26, 27, 29, 34, 35 und 39. 

Ab Seite 118.

Ich laufe rum und kontrolliere was du schon gemacht hast.

Fertig? Dann  Slim Stampen A/B/C/D

 

Check out

Kun je de volgende vragen beantwoorden?

Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Maak de zin af:

wohnen             Ich habe in Schoonhoven .........................

Hausaufgaben

Machen:

Aufgabe 25, 26, 27, 29, 34, 35. Ab Seite 118.

Vorbereiten:

Aufgabe 39!! (Seite 124)

Lernen:

Sprachmittel, Seite 122

Lernliste, Seite 132