Werken met de atlas deel 2

Werken met de Atlas deel 2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Werken met de Atlas deel 2

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je deze les nodig?
  •  Laptop om in te loggen in LessonUp
  • Junior Bosatlas
  • Gekopieerd werkboekje
  • Pen/potlood
  • Klas 2/MB: liniaal

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel:
Aan het eind van de les weet jij:
- Uit welke onderdelen een kaart bestaat
- Kun je de onderdelen toepassen in de Atlas


Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les over kaarten?

Slide 4 - Question ouverte

Theorie:
Een kaart in een atlas moet je heel goed bekijken voordat je eigenlijk snapt wat er allemaal op staat. Je moet als het ware een kaart ‘lezen’.

Een atlaskaart begint altijd met een kaartnummer (dat is de bladzijde) en soms staat er ook nog een kaartletter bij (als er meer dan één kaart op een bladzijde staat).
Voorbeeld: Kaart 65A

Slide 5 - Diapositive

Wat staat er op Kaart 110?
A
Polen
B
Oost-Azië
C
Australië
D
België

Slide 6 - Quiz

Moeilijke vraag; wat staat er op Kaart 125 D?
A
Caribisch Nederland
B
Sint Maarten
C
Saba
D
Bonaire

Slide 7 - Quiz

Een goede kaart heeft: 
  1. Titel
  2. Legenda 
  3. Schaal

Slide 8 - Diapositive

De titel 
Geeft aan waar de kaart over gaat.


Bekijk bladzijde 43 in de Atlas. Wat is de titel?

Slide 9 - Diapositive

Pak de Junior Bosatlas.
Wat is de titel op blz. 66?

Slide 10 - Question ouverte

Pak de Junior Bosatlas.
Wat is de titel op blz. 129?

Slide 11 - Question ouverte

Legenda 
Hierin worden alle kleuren en symbolen/figuurtjes uitgelegd die op een kaart kunnen staan. 

Slide 12 - Diapositive

Bekijk atlaskaart 116B.
Wat betekent het zwarte vierkant?

Slide 13 - Question ouverte

In een legenda staan
A
alle kaarten met een thema op alfabetische volgorde
B
alle landen op alfabetische volgorde
C
alle kaarten in een groot overzicht
D
de betekenis van de kleuren, tekens en symbolen

Slide 14 - Quiz

Welke kleur geeft op de kaart 107C 'Santhali en Khasi' aan?
A
Paarse kleur
B
Groene kleur
C
Blauwe kleur
D
Oranje kleur

Slide 15 - Quiz

Klas 2 / MB: Schaalstokje

Slide 16 - Diapositive

Theorie: schaal 
Als laatste bekijk je de schaal en/of de schaalstok.
Boven iedere kaart in de atlas staat een schaal en een schaalstok.
Een schaalstok geeft in een kaart of afbeelding aan hoeveel kilometer 1 cm op de kaart is.
Later gaan we dieper in op de schaal.

Slide 17 - Diapositive

Bekijk op de volgende dia de kaart goed. 
De volgende vraag ga je zo beantwoorden: hoe ver was de beving van het vasteland van Japan?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hoe ver was de beving van het vasteland van Japan?
A
Minder dan 50 km
B
Tussen de 200 en 500 km
C
Tussen de 50 en 150 km
D
Meer dan 500 km

Slide 20 - Quiz

Wat is de schaalstok van kaart 29 'Limburg'?
A
1cm = 450 km
B
1 cm = 450000 km
C
1 cm = 1 km
D
1cm = 4,5 km

Slide 21 - Quiz

Schaal is:
1 cm = 4,5 km

Dit betekent 1 cm op de kaart is in het echt 4,5 km.

Slide 22 - Diapositive

Bekijk blz. 58.
Wat is de schaal op deze kaart?
A
1 cm = 150 km
B
1 cm = 300 km
C
1 cm = 122 km
D
1 cm = 12 km

Slide 23 - Quiz

Moeilijke vraag; bekijk blz. 68
Hoeveel is 2 cm op de kaart?
A
60 km
B
70 km
C
80 km
D
90 km

Slide 24 - Quiz

Zelf aan het werk: 
Klas 1: Maak blz. 8 en 9 
Klas 2: Maak blz. 8 en 9

MB: Maak blz. 8 en 9

Slide 25 - Diapositive

Leerdoel:
Aan het eind van de les weet jij:
- Uit welke onderdelen een kaart bestaat
- Kun je de onderdelen toepassen in de Atlas


Slide 26 - Diapositive