Periode 5 week 4

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

English class 28 September

Talking/Presenting

Writing

Reading/Listening

????

Talking/ presenting

 Making telephone calls; appointments; going on a trip; accommodation

Doel: Je voert een eenvoudig telefoongesprek.

Je maakt afspraken en nodigt iemand uit.

Je vraagt en geeft informatie over openbaar vervoer en reizen.

Je verzamelt informatie, maakt een reservering 

Making telephone calls

Tips:

• Spreek extra duidelijk, want je ziet elkaar niet.
  
• Vraag om verduidelijking als je iemand niet verstaat.
  
• Leer standaardzinnetjes uit je hoofd.
  
• Glimlach als je spreekt, dan klink je vriendelijker.

Hoe geef je getallen door?

• Spreek alle getallen afzonderlijk uit (16 is one – six, niet sixteen).
  
• Het getal 0 mag je vertalen met zero en oh (00 = double oh).

Hoe neem je de telefoon op in het Engels?

Hoe zeg je: Kan ik een boodschap aannemen?

Making appointments

Afspraken maken

Handige zinnen

Hoe zeg je: Ik wil graag een afspraak maken.

Hoe zeg je: Wan­neer ben je / bent u beschikbaar?

Wat betekent: What would be a con­veni­ent time for you?

Hoe accepteer je een uitnodiging?

Hoe sla je een uitnodiging af?

Informatie verzamelen

Ik bel naar aanleiding van ...	I’m calling about ...
Ik ben op zoek naar (informatie over) ...	I’m looking for (information about) ...
Ik heb een paar vragen over ...	I have a few questions about ...
Ik ga het voor u uitzoeken.	I’ll find out for you.

Telefoon opnemen

U spreekt met KLM, afdeling Marketing.	This is KLM, Marketing department.
Hoe kan ik u van dienst zijn?	How may I help you?
... is op dit moment niet aanwezig.	... is not here at the moment.
Kunt u me vertellen waar het over gaat?	Could you tell me what it’s about?

Vragen om herhaling of verduidelijking

Ik ben bang dat ik het niet begrijp.	I’m afraid I don’t understand.
Zou u dat misschien willen herhalen?	Could you repeat that for me, please?
Zou u wat langzamer willen praten?	Could you speak more slowly, please?
Zou u dat kunnen uitleggen?	Could you explain that?

Iemand uit­nodi­gen

Ik zou je/u graag wil­len uit­nodi­gen om …	I would like to in­vite you to …
Zul­len we za­ter­d­ag lunchen?	Shall we have lunch on Sat­urday?
Ik geef een feest. Kom je ook?	I’m hav­ing a party. Would you like to come?
Laten we vrijd­ag af­sprek­en bij ...	Let’s meet at ... on Fri­day.

Uitnodiging accepteren/afslaan

Ik ga graag op je/uw uitnodiging in.	I gladly accept (your invitation).
Het spijt me, ik moet je/uw uitnodiging afslaan.	I'm sorry, I must decline your invitation
Ik zal bij de vergadering aanwezig zijn.	I will be attending the meeting
Er is iets tussen gekomen, dus ik moet afzeggen	Something came up, so I have to cancel.

Uitnodiging accepteren/afslaan

Ik wil de afspraak graag verzetten.	I would like to reschedule our appointment.
Ik zal er zijn!	I'll be there!
Ik ben bang dat ik niet kan komen.	I'm afraid I won't be able to come.
Wat leuk. Bedankt voor de uitnodiging.	Great. Thanks for the invitation.

Op reis gaan

Neem me niet kwalijk, ...	Excuse me, ...
Hoe laat vertrekt de bus naar...?	At what time does the coach to ... depart?
Hoe laat komen we op onze bestemming aan?	What time will we arrive at our destination?
Kunt u me vertellen hoe ik in ... kom?	Could you tell me how I get to ...?

Op reis gaan

Sorry, dat heb ik niet helemaal begrepen.	I'm sorry, I didn't quite get that.
Zou u dat alstublieft kunnen herhalen?	Could you repeat that, please?

Opdrachten bij mij te verkrijgen

Spreken

Gesprekken voeren

Schrijven

Lezen/luisteren goed te oefenen via facet. link gestuurd.