Week 4 SP/GV 9.1-9.5 + Zorg 9.1 + examentraining

Week 4 Spreken/gesprekken voeren
1e 30 min:
H9 spreken/gesprekken voeren
2e 30 min:
Oefenexamen spreken/gesprekken voeren/schrijven 
OF grammatica 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Week 4 Spreken/gesprekken voeren
1e 30 min:
H9 spreken/gesprekken voeren
2e 30 min:
Oefenexamen spreken/gesprekken voeren/schrijven 
OF grammatica 

Slide 1 - Diapositive

9.1 Making telephone calls
Tips:
  • Spreek extra duidelijk, want je ziet elkaar niet.
  • Vraag om verduidelijking als je iemand niet verstaat.
  • Leer standaardzinnetjes uit je hoofd.

Slide 2 - Diapositive

Hoe geef je getallen door?
  • Spreek alle getallen afzonderlijk uit (16 is one – six, niet sixteen).
  • Het getal 0 mag je vertalen met zero en oh (00 = double oh).

Slide 3 - Diapositive

Hoe neem je de telefoon op in het Engels?

Slide 4 - Carte mentale

Telefoon opnemen
U spreekt met KLM, afdeling Marketing.
This is KLM, Marketing department.
Hoe kan ik u van dienst zijn?
How may I help you?
... is op dit moment niet aanwezig.
... is not here at the moment.
Kunt u me vertellen waar het over gaat?
Could you tell me what it’s about?

Slide 5 - Diapositive

Hoe zeg je: Kan ik een boodschap aannemen?

Slide 6 - Question ouverte

Informatie verzamelen
Ik bel naar aanleiding van ...
I’m calling about ...
Ik ben op zoek naar (informatie over) ...
I’m looking for (information about) ...
Ik heb een paar vragen over ...
I have a few questions about ...
Ik ga het voor u uitzoeken.
I’ll find out for you.

Slide 7 - Diapositive

Vragen om herhaling of verduidelijking
Ik ben bang dat ik het niet begrijp.
I’m afraid I don’t understand.
Zou u dat misschien willen herhalen?
Could you repeat that for me, please?
Zou u wat langzamer willen praten?
Could you speak more slowly, please?
Zou u dat kunnen uitleggen?
Could you explain that?

Slide 8 - Diapositive

9.2 Making appointments
Afspraken maken
Handige zinnen

Slide 9 - Diapositive

Hoe zeg je: Ik wil graag een afspraak maken.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe zeg je: Wan­neer ben je / bent u beschikbaar?

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent: What would be a con­veni­ent time for you?

Slide 12 - Question ouverte

Iemand uit­nodi­gen
Ik zou je/u graag wil­len uit­nodi­gen om …
I would like to in­vite you to …
Zul­len we za­ter­d­ag lunchen?
Shall we have lunch on Sat­urday?
Ik geef een feest. Kom je ook?
I’m hav­ing a party. Would you like to come?
Laten we vrijd­ag af­sprek­en bij ...
Let’s meet at ... on Fri­day.

Slide 13 - Diapositive

9.3 Going on a trip
Informatie vragen of geven over het openbaar vervoer
Wees duidelijk en beleefd
Zorg dat je niet te direct bent, cultuurverschil

Slide 14 - Diapositive

Informatie vragen
Neem me niet kwalijk...
Excuse me, ...
Welke bus/trein gaat naar ...?
Which bus/train do I take to ...?
Wanneer vertrekt de bus naar …?
When does the coach to … depart?
Kunt u me vertellen hoe ik in Londen kom?
Could you tell me how I get to London?

Slide 15 - Diapositive

Hoe zeg je: Mag ik u wat vragen?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe zeg je: Hoe kom ik bij ...?

Slide 17 - Question ouverte

Informatie geven
De bus naar ... vertrekt om tien uur.
The bus to ... leaves at ten o’clock.
Je moet twee keer overstappen.
You’ll have to change trains twice.
Laad je saldo regelmatig op.
Top up your balance regularly.

Slide 18 - Diapositive

Hoe zeg je: U kunt een kaartje kopen bij de automaat.

Slide 19 - Question ouverte

Hoe zeg je: Stap uit bij de halte ...

Slide 20 - Question ouverte

De weg wijzen
Sla links-/rechtsaf de Coolsingel in.
Turn left/right into the Coolsingel.
Loop om het museum heen.
Walk around the museum.
Het festivalterrein is aan de linker-/rechterkant.
The festival area is on the left/right-hand side.

Slide 21 - Diapositive

Hoe zeg je: Steek eerst de straat over.

Slide 22 - Question ouverte

Hoe zeg je: Daarna loop je rechtdoor.

Slide 23 - Question ouverte

9.4 Accomodation
Reserveren en klachten
Wees beleefd
Als je ergens niet tevreden over bent kun je dat met de volgende zinnen op een beleefde manier duidelijk maken.

Slide 24 - Diapositive

Reservering maken
Is er een kamer beschikbaar?
Do you have a room avail­able?
Ik wil mijn re­server­ing bevesti­gen/aan­passen/ an­nuler­en.
I’d like to con­firm/change/can­cel my book­ing.
Zou ik een ver­gaderz­aal kunnen re­server­en?
Could I re­serve a meet­ing room?

Slide 25 - Diapositive

Hoe zeg je: Ik wil graag een kamer re­server­en voor …

Slide 26 - Question ouverte

Hoe zeg je: Is het ont­bijt daar­bij in­be­gre­pen?

Slide 27 - Question ouverte

Hoe zeg je: Kunt u mij een beves­ti­ging sturen?

Slide 28 - Question ouverte

Klacht uiten
Ik wil graag iets melden.
I would like to re­port some­thing.
Ik ben niet tevre­den over …
I’m not sat­is­fied with …
Uw col­lega was on­beschoft te­gen mij.
Your col­league was rude to me.
Ik wil graag mijn geld ter­ug.
I’d like my money back.

Slide 29 - Diapositive

Hoe zeg je: Ik heb een klacht.

Slide 30 - Question ouverte

Hoe zeg je: Dit is niet de kamer die ik heb ge­boekt.

Slide 31 - Question ouverte

9.5 proposals
Als je iets aan het plannen bent, is het handig om met elkaar te overleggen. Dan moet je voorstellen doen en reageren op voorstellen van anderen.

Slide 32 - Diapositive

Een voorstel doen
Hoe denken jullie erover om ...?
What do you think about ...?
Ik stel voor dat we ...
I propose we ... / I suggest we ...
Ik kan dit/deze ... echt aanraden.
I can really recommend this ...
Misschien moeten we ...
Perhaps we should ...
Laten we een dagtocht maken naar de bergen.
Let’s go for a day trip to the mountains.

Slide 33 - Diapositive

Hoe zeg je: Zullen we een kortere route nemen?

Slide 34 - Question ouverte

Hoe zeg je: Mag ik voorstellen om wat later te lunchen?

Slide 35 - Question ouverte

Op een voorstel reageren
Klinkt als een goed idee!
Sounds like a good idea!
Ik heb geen bezwaren tegen ...
I have no objections to ...
Ik ben voor ...
I’m in favour of ...
Ik ben het er (niet) mee eens.
I (dis)agree.
Ik denk dat ik deze keer oversla, maar ik kijk uit naar de volgende keer.
I think I’ll pass this time, but I look forward to next time / the next one!

Slide 36 - Diapositive

Hoe zeg je: Ik weet niet zeker of dat een goed idee is.

Slide 37 - Question ouverte

Opdrachten



Extra verdieping:
9.1 t/m 9.5: exam exercise
Zorg T/P 9.1

9.1: Ex. 1,2,4
9.4: Ex. 1,3,4
9.2: Ex. 1,3,4,5
9.5: Ex 1,3,4,5
9.3: Ex. 1,3,4,5

Slide 38 - Diapositive

2e 30 min
Oefenexamen maken of Grammatica
Kies voor spreken/gesprekken voeren/schrijven
Oefen het examen en vraag je klasgenoten/docent om feedback

Grammatica:
Future

Slide 39 - Diapositive

Voorbereiding volgende week:
Maak instaptoets H10 van NU Engels.

Slide 40 - Diapositive