Week 9 - les 1

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le programme:

* Répéter bloc A, B et C
* Corriger les devoirs
* Expliquer bloc D
* Expliquer exercice vidéo
* La fin



Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van bloc C veranderen met woorden uit bloc A en B.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij het huiswerk.
* ben je bekend met de passé composé. 


Slide 2 - Diapositive

Le programme:

* Répéter bloc A, B et C
* Corriger les devoirs
* Expliquer bloc D
* Expliquer exercice vidéo
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van bloc C veranderen met woorden uit bloc A en B.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij het huiswerk.
* ben je bekend met de passé composé. 


Slide 3 - Diapositive

Répéter bloc A, B et C
Prenez votre livre à la page 40, 41 et 42.

Traduisez:
1. Heb je een leuk weekend gehad?
2. Ja, natuurlijk.
3. Ja, wij hebben een film gekeken.
4. Met mijn ouders en Astrid.
5. Wie is dat, Astrid? 
6. Het is mijn nicht.
7. Mijn verjaardag is op negen juni.
timer
8:00

Slide 4 - Diapositive

Corrigez!
  1. Tu as passé un bon weekend?
  2. Oui, bien sûr.
  3. Oui, on a regardé un film.
  4. Avec mes parents et Astrid.
  5. C'est qui, Astrid?
  6. C'est ma cousine.
  7. Mon anniversaire est le neuf juin. / Mon anniversaire, c'est le neuf juin.

Slide 5 - Diapositive

Le programme:

* Répéter bloc A, B et C
* Corriger les devoirs
* Expliquer bloc D
* Expliquer exercice vidéo
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van bloc C veranderen met woorden uit bloc A en B.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij het huiswerk.
* ben je bekend met de passé composé. 


Slide 6 - Diapositive

Exercice 11 (p. 19)
Ex. 11a: lezen
Ex. 11b: alleen woorden die je niet kent rood kleuren

Ex. 11c:
  1. détester - adorer/aimer
  2. avec - sans
  3. le matin - le soir
  4. impossible - possible

Slide 7 - Diapositive

Exercice 12a (p. 19)
Quoi?
Avec qui?
fêté mon anniversaire
mes amis
mangé
les garçons
dansé
mon petit ami
bavardé
les filles
regardé la télé
mes parents

Slide 8 - Diapositive

Exercice 14 (p. 21)
Stel: jij bent persoon B. Persoon A is mevrouw Piepers :)

Je kiest zo een van de volgende vier mensen uit bij ex. 14. Jij bent diegene in het gesprek (dus Oscar, Myla, Laurent of Antoine). Mevrouw Piepers stelt de Franse vragen bij A, jij beantwoordt de vragen bij B door ook in de tabel te kijken. Schrijf het hele gesprek uit, dus ook de zinnen bij A in jouw schrift. Werk eventueel met kleurtjes/symbolen voor persoon A en B. 

Slide 9 - Diapositive

Ex. 14: exemples
  • J'ai fêté l'anniversaire.  
  • Avec Nathan.
  • C'est mon cousin.
  • C'était sympa!
  • L'anniversaire est le quinze juillet. / Mon anniversaire est le quinze juillet.                                              Questions?

Slide 10 - Diapositive

Le programme:

* Répéter bloc A, B et C
* Corriger les devoirs
* Expliquer bloc D
* Expliquer exercice vidéo
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van bloc C veranderen met woorden uit bloc A en B.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij het huiswerk.
* ben je bekend met de passé composé. 


Slide 11 - Diapositive

Bloc D (p. 22)
Werkwoorden: in de présent (tegenwoordige tijd)
Nieuwe tijd erbij: de passé composé

Slide 12 - Diapositive

Je danse = ik dans.
Wat zou j'ai dansé betekenen?

Slide 13 - Question ouverte

Je mange = ik eet.
Wat is j'ai mangé?

Slide 14 - Question ouverte

Je cherche = ik zoek.
Wat is j'ai cherché dan?

Slide 15 - Question ouverte

Regarder -> j'ai regardé
Doe nu hetzelfde voor chanter.

Slide 16 - Question ouverte

Doe nu hetzelfde voor donner.

Slide 17 - Question ouverte

Korte uitleg

Passé composé = vertellen wat je hebt gedaan. 
Je gebruikt het werkwoord avoir (hebben) en een voltooid deelwoord (gegeten, geslapen etc).

Slide 18 - Diapositive

Vervolg
J'ai regardé = ik heb gekeken                                                        Wat verandert er?
Tu as regardé = jij hebt gekeken                                                  Wat blijft hetzelfde?
Il a regardé = hij heeft gekeken
Elle a regardé = zij heeft gekeken
On a regardé = wij hebben gekeken / men heeft gekeken
Nous avons regardé = wij hebben gekeken
Vous avez regardé = jullie hebben gekeken / u heeft gekeken
Ils ont regardé = zij hebben gekeken
Elles ont regardé = zij hebben gekeken

Slide 19 - Diapositive

Le programme:

* Répéter bloc A, B et C
* Corriger les devoirs
* Expliquer bloc D
* Expliquer exercice vidéo
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van bloc C veranderen met woorden uit bloc A en B.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij het huiswerk.
* ben je bekend met de passé composé. 


Slide 20 - Diapositive

Le programme:

* Répéter bloc A, B et C
* Corriger les devoirs
* Expliquer bloc D
* Expliquer exercice vidéo
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van bloc C veranderen met woorden uit bloc A en B.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij het huiswerk.
* ben je bekend met de passé composé. 


Slide 21 - Diapositive

La fin
Wat hebben we vandaag gedaan?

Volgende les: uitleg passé composé + aantekening maken, Francofolies doornemen. 

Les devoirs: apprendre bloc A, B et C.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive