BO4 A Les over leenwoorden

Agenda
  1. Startactiviteit leenwoorden.
  2. Quiz.
  3. Loopspel
  4. Evalueren.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Agenda
  1. Startactiviteit leenwoorden.
  2. Quiz.
  3. Loopspel
  4. Evalueren.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
• In eigen woorden uitleggen wat het nut is om te leren over leenwoorden.
• Ten minste 3 Engelse leenwoorden benoemen die wij gebruiken in de Nederlandse taal en die je eerst niet kende.
• Ten minste 3 Franse leenwoorden benoemen die wij gebruiken in de Nederlandse taal en die je eerst niet kende.

Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
Wat is een leenwoord?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Start opdracht
  • Je krijgt 2 post-its.
  • Schrijf op de ene post-it zoveel mogelijk Engelse leenwoorden.
  • Schrijf op de andere post-it zoveel mogelijk Franse leenwoorden.
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Bespreken
  • Welke heb jij ingevuld?

Slide 6 - Diapositive

Het ontstaan van leenwoorden
  • Woorden waarvoor nog geen Nederlands woord bestond. Bijvoorbeeld:
- Buitenlandse gerechten.
- Computertermen.
- Via de scheepvaart en de handel.


Slide 7 - Diapositive

Hoe komt het dat er tegenwoordig nog makkelijker woorden uit andere talen in het Nederlands terecht komen?

Slide 8 - Diapositive

Nederlandse leenwoorden in andere talen
  • Er zijn 18.000 Nederlandse leenwoorden die in andere talen worden gebruikt.
  • Vooral in de voormalige koloniën. 
  • Vanwege handel.
  • Baas, gas en pomp zijn de meest gebruikte Nederlandse leenwoorden in andere talen.

Slide 9 - Diapositive

Uitleg loopspel
  1. We werken in tweetallen. 
  2. Elk tweetal krijgt 1 blad.
  3. Er liggen kaartjes verspreid door het lokaal .
  4. Op elk kaartje is een (leen)woord weggelaten.
  5. Probeer te raden welk leenwoord er moet staan.
  6. Vul het woord in op je blad.
  7. Welk (leen)woord kun je maken van de letters in de grijze vakjes? 


Slide 10 - Diapositive

Start loop-spel
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Welk woord kon je maken van de letters in het grijze vakje?

Slide 12 - Carte mentale

Wat is volgens jou het nut van het leren over leenwoorden?

Slide 13 - Question ouverte

Noem 3 leenwoorden uit het Engels die je aan het begin van de les nog niet wist.

Slide 14 - Question ouverte

Noem 3 leenwoorden uit het Frans die je aan het begin van de les nog niet wist.

Slide 15 - Question ouverte

Ken je nog een leenwoord uit een andere taal (of uit je moedertaal)?

Slide 16 - Carte mentale

Ik vind het goed dat er steeds meer leenwoorden komen in de Nederlandse taal.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage