Wschat h1 havo 3- Stijlfiguren 1 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Woordenschat h1

Stijlfiguren

les 2

Weet je nog?

• Je weet hoe je een tekst aantrekkelijker kunt maken (3x);
• Je kunt 6 stijlfiguren noemen;
• Je kunt de 6 stijlfiguren omschrijven;
• Je kunt stijlfiguren herkennen in zinnen/teksten.

=> Als je er de vorige les niet was, weet je dit nog niet. Neem dan de LessonUp van de vorige les door. Deze staat ook in SOM.

Herhaling theorie

Bekijk het volgende filmpje. Als het goed is, is alles wat wordt gezegd oud nieuws. 

=> Als er toch dingen niet duidelijk zijn, noteer dit in je schrift!

Kun je de geleerde stijlfiguren herkennen?

Test je kennis in de volgende quiz.

Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.

Welke stijlfiguur herken je hier?

1. herhaling
2. tegenstelling
3. opsomming

Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Geproefd van het leven, zoveel vrienden ongekend.

Welke stijlfiguur herken je hier?

1. herhaling
2. tegenstelling
3. opsomming

Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.

Welke stijlfiguur herken je hier vooral?

1. herhaling
2. tegenstelling
3. opsomming

Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.

1. Tegenstelling
2. Opsomming
3. Herhaling
4. Climax

Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.

1. Tegenstelling
2. Drieslag
3. Herhaling
4. climax

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.

1. Tegenstelling
2. Opsomming
3. Herhaling
4. Climax

De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.

1. Drieslag
2. Omgekeerde climax
3. Herhaling
4. Tegenstelling

Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.

1. Tegenstelling
2. Omgekeerde climax
3. Climax
4. Herhaling

Rampen bedreigen het menselijk leven, knolraap en lof, schorseneren en prei
Waar zijn geloof, hoop en liefde gebleven, knolraap en lof, schorseneren en prei

Welke stijlfiguren herken je hier?

1. opsomming en herhaling
2. tegenstelling en herhaling
3. drieslag en herhaling
4. tegenstelling en opsomming

Hij won die miljoenen niet, die Mini niet en zelfs geen 'eigen geldje'.

Dit is duidelijk een...

1. drieslag
2. climax
3. omgekeerde climax

Verzin nu zelf een climax bij dit plaatje!

Aan het werk 1

1. Maak / ga verder met opdracht 1 en 2 van Woordenschat h1 op blz. 24/25.
   (vorige les al mee begonnen)
2. Maak opdracht 3 en 4 op blz. 25/26.

Aan het werk 2

1. Noteer het volgende in je schrift:
   Woordenschat h2, blz. 58
   
   
2. Maak de startopdracht op blz. 58

Huiswerk

Voor maandag 14 februari heb je de volgende opdrachten af:

• Wschat h1, opdracht 1 t/m 4
• Wschat h2, startopdracht

=> Noteer het in je Plenda

=> Plan in wanneer je dit huiswerk gaat (af)maken