Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het doel van de les
Je kent een aantal voltooid deelwoorden.
Je kan het voltooid deelwoord goed schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu
de jongen
gooit
de bal

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de tijd van TOEN
ba

Slide 4 - Diapositive

de tijd van toen

 de jongen gooide de bal. het is klaar. de bal ligt al op de grond. 
de jongen gooit de bal
de jongen heeft de bal gegooid
nu
toen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toen = klaar

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooide tijd
Voltooid betekent klaar

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooide tijd
Hebben (of zijn) + voltooid deelwoord.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De jongen heeft de bal gegooid
hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kopieer het eerste deel en vul de juiste vorm van het werkwoord 'hebben' in.
ik ..........
jij ..........
hij/zij ..........
wij ..........
jullie..........
zij ..........
timer
2:00

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

hulpwerkwoord - hebben
ik   heb                               wij hebben
jij   hebt                             jullie hebben
Heb jij?                              zij hebben       
u    hebt                             
hij  heeft
zij   heeft
het heeft

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kopieer het eerste deel en vul de juiste vorm van het werkwoord 'zijn' in.
ik ..........
jij ..........
hij/zij ..........
wij ..........
jullie..........
zij ..........
timer
2:00

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

hulpwerkwoord - zijn
ik   ben                       wij   zijn
jij   bent                     jullie zijn
Ben jij?                      zij zijn  
u    bent                     
zij  is                            
hij  is
het is

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ge + stam + t
werken - gewerkt
fietsen - gefietst
pakken - gepakt
poetsen - gepoetst

ge + stam + d
branden - gebrand
rennen - gerend
gooien - gegooid
verven - geverfd

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantekeningen
Schrijf nu over in je schrift wat je in de volgende dia ziet.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vorm je de voltooide tijd?
1. Werkwoord min -en
2. Kijk naar de laatste letter
3. Laatste letter WEL in soft ketchupx? Plak een t achter de ik-vorm en plak een ge- voor de ik vorm (werken: ge+werk+t: gewerkt)
4. Laatste letter NIET in soft ketchupx? Plak een d achter de ik-vorm en plak een ge- voor de ik vorm (tekenen: ge+teken+d: getekend)
5. De voltooide tijd staat aan het einde van een zin.


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het hulpwerkwoord helpt het voltooid deelwoord

Ik heb gisteren de hele dag gewerkt.
De kok heeft heerlijk eten gekookt.

NIET:
Ik gewerkt gisteren de hele dag.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

t of d?
1. Haal de -en af van het werkwoord.
2. Is de laatste letter in het sexy fokschaap?
3. ja?      > t
     nee? > d

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tekenen
ik heb _______
A
getekent
B
getekend

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

dansen
ik heb _____
A
gedanst
B
gedansd

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bellen
ik heb ___
A
gebelt
B
gebeld

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voetballen
ik heb ___
A
gevoetbald
B
gevoetbalt

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

pakken
ik heb ___
A
gepakt
B
gepakd

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

luisteren
ik heb ___
A
geluisterd
B
geluistert

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

knippen
ik heb ___
A
geknipt
B
geknipd

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

douchen
ik heb ___
A
gedoucht
B
gedouchd

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

typen
ik heb ___
A
getypt
B
getypd

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

rennen
ik heb ___
A
gerent
B
gerend

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

surfen
ik heb ___
A
gesurft
B
gesurfd

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wandelen
ik heb ___
A
gewandelt
B
gewandeld

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

trouwen
ik ben ___
A
getrouwt
B
getrouwd

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

spelen
ik heb ___
A
gespeelt
B
gespeeld

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet hoe ik een zwak voltooid deelwoord moet maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions