Woche 44

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen beim Deutschunterricht

Woche 44

Ziel der Woche

Aan het einde van deze week kan ik regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Aan het einde van deze week weet ik wanneer ik welke naamval nodig heb.

Plan

- Uitleg checklist

- 30 minuten aan checklist

 - Nakijken opdrachten checklist

- Uitleg naamvallen

- Oefenen met naamvallen

- Kahoot

Checklist

Wir arbeiten 30 Minuten mit diesem Checklist.

Viel Erfolg!

Mobielloze pauze

Neem even 3 minuutjes een mobielloze pauze in het lokaal

Naamvallen

Pak je aantekeningenschrift en schrijf mee. We gaan het over drie naamvallen hebben:

- De eerste (Nominativ)

- De derde (Dativ)

- De vierde (Akkusativ)

Wat jullie al weten

De eerste naamval is het onderwerp van de zin.

De vierde naamval is het lijdend voorwerp van de zin.

De voorzetsels dofegub krijgen de vierde naamval achter zich.

Onderwerp: wie/wat + pv

Lijdend voorwerp: wie/wat + pv + ow

Voorbeeld

Schrijf deze zin over en zet onder de zinsdelen in welke naamval ze staan.

Der Mann | kauft | den Rücksack | für die Tochter.

Nieuw

De derde naamval is nieuw. Je gebruikt de derde naamval voor het meewerkend voorwerp.

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

aan/voor wie/wat + pv + ow

Voorbeeld

Schrijf deze zin over en zet onder de zinsdelen in welke naamval ze staan.

Ich | gebe | meiner Tochter | ein Geschenk.

En nu jullie

Jullie gaan in tweetallen oefenen met het de eerste, de derde en de vierde naamval. 

Je kiest geef in zin 1 t/m 8 aan in welke naamvallen de verschillende zinsdelen staan.