4.1 Moedertaal

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* woordenschat

* terugblik vorige les

* oefeningen

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* wat moedertaal is.

* enkele kenmerken benoemen van taal en taalontwikkeling.

Op je tafel liggen je lesboek, leesboek, schrift en een pen.

Cursus Taal - Moedertaal

Moedertaal

Moedertaal is de taal die je van je ouders hebt geleerd. Nederlands of Marokkaans, Chinees, Turks, Spaans of Engels.

Moedertaal

Steek je vinger op als...

• je moedertaal Nederlands is.
• een andere taal dan Nederlands je moedertaal is.
• je ouders sinds hun geboorte Nederlands spreken.
• je ouders een andere moedertaal hebben dan Nederlands. Welke moedertaal is dit?
• je vloeiend een tweede taal spreekt.

Par. 1 Moedertaal

Wat is je favoriete woord uit je moedertaal?

Schrijf je antwoord op in je schrift.

Opdracht

Maken opdracht 2 van Cursus Taal paragraaf 1.

Als je klaar bent, maak je opdracht 1 van Cursus Taal paragraaf 2.

Tekst 1 voorlezen

Opdracht 3

We kijken eerst naar de video en maken dan de vragen van opdracht 3. 

Je mag zachtjes overleggen met je buurvrouw of buurman.

Huiswerk

Vrijdag 15-09:

Af Cursus Taal par. 2 opdr. 1

+

Cursus Spelling par. 1 opdr.1 en 2

Eerste-lessen-reactiepapier

Tijd voor de eerste-lessen-reactiepapier! 

Lees mijn reactie op jouw opmerking of vraag en vul voor deze les opnieuw een vraag of opmerking in.

Welke vragen heb je nog?

Wat hebben we deze les gedaan?

Wat heb je deze les geleerd?

Ik weet wat moedertaal is en kan
enkele kenmerken benoemen van taal en taalontwikkeling.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

😒🙁😐🙂😃