5.6 Het oog

Hoofdstuk 5.6 Het oog
Voorkennisvragen
1. Wat is de taak van het oog? 
2. Hoe regelt het oog de hoeveelheid licht die erin valt?

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5.6 Het oog
Voorkennisvragen
1. Wat is de taak van het oog? 
2. Hoe regelt het oog de hoeveelheid licht die erin valt?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten
  2. Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven 

Slide 2 - Diapositive

Het oog

Slide 3 - Diapositive

Bestudeer het plaatje goed!
Binas 87C

Slide 4 - Diapositive

87C
Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies
Harde oogvlies
Vaatvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier
Blinde vlek
Gele vlek
Straallichaam
Netvlies

Slide 5 - Question de remorquage

Onderdeel
Functie
Hoornvlies
Lens
Iris
Straalvormig lichaam
Netvlies

Vaatvlies
Zet de juiste functie bij het juiste onderdeel
Beschermd het binnenste van het oog
Breekt (convergeerd) het binnenkomende licht 
Versteld de lens door de lens boller of holler te maken
Zet lichtprikkels om in impulsen door middel van lichtreceptoren
Regelt hoeveel licht het oog binnenkomt
Bevat bloedvaten voor de voeding 

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Het oog
  • Straalvormig lichaam  en lens zorgen dat scherp beeld ontstaat op netvlies
  • Lichtreceptoren (staafjes en kegeltjes) in netvlies
  • Scherpste beeld op gele vlek
  • Beeld omgekeerd en verkleind
  • Oogzenuw verlaat oog bij blinde vlek

Slide 10 - Diapositive

Netvlies
Op het netvlies liggen 2 soorten zintuigcellen.

1. De staafjes
2. De kegeltjes 

Slide 11 - Diapositive

Staafjes
Lees onderstaande zin goed:

De drempelwaarde is laag bij staafjes, er is weinig prikkel nodig om een impuls af te geven. 





Slide 12 - Diapositive

Kegeltjes
Kegeltjes zijn voor het waarnemen van kleuren. 

(Ezelsbruggetje: K van Kegeltjes is de K van ... juist kleur!)

Kegeltjes werken alleen bij veel licht. In de gele vlek liggen de meeste kegeltjes!

Slide 13 - Diapositive

Werking kegeltjes en staafjes
Fotopigment
- Staafje (licht) bevat rodopsine 
- Kegeltje (kleur) bevat fotopsine --> 3 soorten, specifiek voor rood, blauw,   groen

Fotopigment valt uit elkaar en zorgt dat natriumpoorten sluiten --> geen neurotransmitters meer

Slide 14 - Diapositive

niet geprikkelde staafjes en kegeltjes geven een constante  stroom neurotransmitter af -> constante impuls frequentie
pigment in de staafjes en kegeltjes valt door belichting uit elkaar en zorgt ervoor dat er even geen neurotransmitter wordt afgeven.
staafjes
- rodopsine




kegeltjes
- fotopsine
Bij een hoge lichtintensiteit valt al het rodopsine uiteen en duurt het enige tijd voordat er weer voldoende rodopsine is teruggevormd. Mensen die problemen hebben met het terugvormen van hun rodopsine, zijn nachtblind.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies

Slide 17 - Diapositive

Accomoderen

Slide 18 - Diapositive

Accomoderen

Slide 19 - Diapositive

Verziend en bijziend
  • Hoornvlies en ooglens breken licht
  • Bolle lenzen convergeren licht, holle lenzen divergeren licht

Slide 20 - Diapositive

Dichtbij scherp zien = lens A of lens B?
want de lens is ........
en de lensbandjes zijn .....

A
Lens B lens is plat lensbandjes zijn strak
B
Lens A lens is plat lensbandjes zijn slap
C
Lens A lens is bol lensbandjes zijn slap
D
Lens B lens is bol lensbandjes zijn strak

Slide 21 - Quiz

Als ik wil  scherpstellen op een voorwerp dat dichtbij is, dan                                                    de kringspiertjes
van het/de                                                    , waardoor de lensbandjes                                          komen te staan en de lens                                                    wordt.                


strak
straalvormig lichaam
iris
slap
ontspannen
spannen (aan)
boller
platter

Slide 22 - Question de remorquage

Pupilreflex

Slide 23 - Diapositive

chiasma
Stereoscopie

oogzenuwen "kruisen" en een deel van de zenuwen gaat naar de andere hersenhelft 

afstand en diepte zien

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Aan de slag...
Hoofdstuk 5 opdrachten volgens de planner

Slide 26 - Diapositive