Quiz

1. 1 tegen de klas
2. Nakijken par 3 en 4
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1. 1 tegen de klas
2. Nakijken par 3 en 4
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Diapositive

Veiligheid

Slide 2 - Diapositive

2. Ik trek mijn labjas aan omdat:
A
Bepaalde stoffen gaten of vlekken in mijn kleding kunnen veroorzaken.
B
Bepaalde stoffen figuurtjes in mijn kleding achter kunnen laten
C
Het altijd erg koud is in het lokaal.
D
omdat iedereen dat doet.

Slide 3 - Quiz

4. op de tafel naast ons ontstaat er een grote steekvlam, ik raak in paniek en sla op de noodstop. mag dat?
A
NEE
B
JA
C
geen idee, ik duik wel onder de tafel
D
Geen idee, ik sta al buiten......

Slide 4 - Quiz

5. We komen de klas binnen en ik druk mijn klasgenoot onder de douche en trek aan de hendel. Mag dat?
A
Ja
B
Nee
C
natuurlijk wel, ken hem al langer dan vandaag
D
zeker wel, als ik zelf de troep maar op ruim.

Slide 5 - Quiz

6. Tijdens het practicum stoot er iemand een pan met kokend water om. Dit water valt over een klasgenoot.
A
Je loopt rustig naar de handdoek en overhandigd deze.
B
Je drukt deze klasgenoot onder de nooddouche.
C
Je pakt de brandblusser en spuit deze leeg op je klasgenoot.
D
Je gaat lachend staan kijken wat er gebeurt.

Slide 6 - Quiz

7. Jullie zijn met zuren bezig in reageerbuisjes. Je krijgt van dit spul op je vingers en wrijft dit in je ogen.
A
Je gaat met een traanoog vrolijk verder
B
Je vraagt om een tissue
C
Je spoelt je ogen met de oogdouche
D
Je blijft wrijven, totdat de bel gaat.

Slide 7 - Quiz

9. Ik heb niet goed opgelet bij de uitleg van het practicum.
A
Boeien, ik verzin wel hoe het moet.
B
Ga aan mijn collega vragen hoe het moet.
C
Ik steek mijn hand op en vraag het alsnog.
D
Jammer dan, volgende week beter.

Slide 8 - Quiz

Par. 1
Een nieuw vak

Slide 9 - Diapositive

Geluid verandert van toonhoogte
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Scheikunde

Slide 10 - Quiz

Hoe werkt het binnenste van je oor?
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Scheikunde

Slide 11 - Quiz

Waar kan Röntgenstraling niet doorheen gaan?
A
Botten
B
huid en spieren

Slide 12 - Quiz

Natuurkunde gaat over de.....
A
Niet levende natuur die wel kan veranderen
B
niet levende natuur die niet kan veranderen
C
levende natuur

Slide 13 - Quiz

Scheikunde gaat over ....
A
Niet levende natuur die wel kan veranderen
B
niet levende natuur die niet kan veranderen
C
levende natuur

Slide 14 - Quiz

Par. 2
Onderzoeken

Slide 15 - Diapositive

Het eerste wat je doet bij een onderzoek is ....
A
Een hypothese opstellen
B
Een conclusie maken
C
Een onderzoeksvraag opstellen
D
Een experiment bedenken

Slide 16 - Quiz

Waarmee kan je nauwkeuriger waarnemen?
A
Je zintuigen
B
Meetinstrumenten

Slide 17 - Quiz

Waarom mag je bij Nask nooit proeven aan een stof?
A
Dit kan vies zijn
B
Je mag sowieso niet eten in het lokaal
C
Het kan gevaarlijk zijn
D
Omdat de docent het zegt

Slide 18 - Quiz

Wat is een indicator?
A
Een indicatie (een gok)
B
Een meetinstrument
C
D
Een aantoonstof

Slide 19 - Quiz

Welk woord in deze zin is een eenheid?:
'Als je temperatuur 39 graden is, heb je koorts.'
A
Temperatuur
B
Graden
C
Koorts
D
39

Slide 20 - Quiz

Welk woord in deze zin is een grootheid?:
'Het zwembad heeft een lengte van 25 meter'
A
Zwembad
B
meter
C
Lengte
D
25

Slide 21 - Quiz

Par. 3
Practicum

Slide 22 - Diapositive

Hoe heet dit
practicummateriaal?
A
Kookkolf
B
Brander
C
Bekerglas
D
reageerbuisje

Slide 23 - Quiz


A
Analoog
B
Digitaal

Slide 24 - Quiz


A
Analoog
B
Digitaal

Slide 25 - Quiz

Hoe heet deze methode van schudden?
A
Gewoon, schudden
B
Kwispelen
C
Wipwappen
D
zwenken

Slide 26 - Quiz

Deze vlam gebruiken we als pauze vlam
A
Gele vlam
B
blauwe vlam
C
blauw ruisende vlam

Slide 27 - Quiz

Deze vlam gebruiken we om een grote hoeveelheid vloeistof te verwarmen
A
Gele vlam
B
blauwe vlam
C
blauw ruisende vlam

Slide 28 - Quiz

Wat is onderdeel a?
A
Luchtregelring
B
De schoorsteen
C
de gasregelknop
D
De voet

Slide 29 - Quiz

Wat is onderdeel c?
A
Luchtregelring
B
De schoorsteen
C
de gasregelknop
D
De voet

Slide 30 - Quiz

Huiswerk maken
1. Maak de omreken opgaven
2. Kijk par. 3 en 4 na
timer
5:00
Klaar? Schrijf de belangrijke woorden in je snelhechter, met de betekenis erachter

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive