H1: Practicum 1.3 M2A les 4

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

1.3 Practicum
Welkom Mavo-2
Je hebt straks je laptop nodig                                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle 
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk

Slide 4 - Diapositive

Huiswerkcontrole

Maak de opdrachten af van paragraaf 1.3
(opdracht 1, 2, 3, 6 en 11).

Slide 5 - Diapositive

Terugblik
  1. Je kunt practicummateriaal herkennen.
  2. Je kunt de toepassing van practicummateriaal benoemen.
  3. Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.

Slide 6 - Diapositive

Mag je proeven in het practicumlokaal?

Slide 7 - Question ouverte

Wat moet je doen als je een brandwond hebt opgelopen?
A
de docent om hulp vragen
B
direct in een bak met water houden
C
15 min koelen met stromend water
D
15 min in lauwe doek wikkelen.

Slide 8 - Quiz

Waar moet je je jas en tas opbergen?
A
tas en jas in de vensterbank
B
tas in het rek, jas in je kluisje
C
tas onder je tafel, jas over je stoel.
D
jas over je stoel, tas op de grond

Slide 9 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
bekerglas
B
maatbeker
C
maatglas
D
maatcilinder

Slide 10 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
kookkolf
B
maatbeker
C
bekerglas
D
erlenmeyer

Slide 12 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
vasthoudtang
B
bekertang
C
kroezentang
D
reageerbuistang

Slide 14 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
kroezentang
B
reageerbuishouder
C
reageerbuistang
D
reageerbuisknijper

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het hiernaast afgebeelde glaswerk
A
Erlenmeyer
B
Maatkolf
C
Maatcilinder
D
Bekerglas

Slide 16 - Quiz

Leerdoelen H1.3 

  1. Je kunt de werking van de brander uitleggen
         Herhaling: 
               Je kunt practicummateriaal herkennen.
                Je kunt de toepassing van practicummateriaal                                    benoemen.
               Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen                           bij practicum noemen.

Slide 17 - Diapositive

Practicum
Materialen
            
         Spullen die 
         je bij practicum 
          (onderzoek)
            gebruikt.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Veiligheidsregels
  1. Luister naar je leraar en doe wat je leraar zegt.
  2. Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.
  3. Niet eten of drinken in het lokaal.
  4. Leg geen tas of andere spullen waar mensen moeten lopen.
  5. Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.
  6. Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.
  7. Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige stoffen.
  8. Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.
  9. Proef nooit van stoffen.
Als er iets fout gaat, dan moet je meteen je leraar waarschuwen!!!!!

Slide 20 - Diapositive

Veiligheidsmiddelen
Bij practicum moet je weten waar de veiligheidsmiddelen voor dienen.
  1. De brandblusser, hiermee blus je een beginnende brand;
  2. De branddeken, hier kun je iemand in wikkelen als zijn kleding in brand staat 
  3. De oogdouche of oogwasfles, hiermee spoel je je ogen schoon als je er bijtende stof in hebt gekregen;
  4. De nooddouche, hier kun je onder gaan staan als je een bijtende stof over je heen hebt gekregen;
  5. De nooddeur, een deur die bestemd is om het lokaal te ontvluchten;
  6. De noodstop, een rood met gele knop die het gas en de elektriciteit afsluit als je hem indrukt.

Slide 21 - Diapositive

Bij practicum moet je soms iets verwarmen. 
Daarvoor gebruik je een brander. 
De brander werkt op gas. Op de brander zit een gaskraan.
Met de gaskraan laat je meer of minder gas in de brander.
De vlam wordt dan groter of kleiner. Je kunt deze kraan ook helemaal dicht draaien.
Gaskraan:
Onderdeel van de brander waarmee je meer of minder gas in de brander kunt laten.
Luchtschijf:
Onderdeel van de brander waarmee je meer of minder lucht bij het gas kunt laten.
Schoorsteen:
Buis die boven op de luchtschijf van een brander staat en waarin lucht en gas gemengd worden.




Slide 22 - Diapositive

De Brander
Gas kan alleen branden als er zuurstof bij komt. 
Zuurstof zit in de lucht. 
De lucht komt door de luchtschijf bij het gas. 
Met de luchtschijf laat je meer of minder lucht bij het gas.
In de schoorsteen worden het gas en de lucht gemengd, zodat de vlam bovenaan de schoorsteen goed kan branden.

Slide 23 - Diapositive

Gaskraan
Onderdeel van de brander waarmee je meer of minder gas in de brander kunt laten.

Luchtschijf
Onderdeel van de brander waarmee je meer of minder lucht bij het gas kunt laten.

Schoorsteen
Buis die boven op de luchtschijf van een brander staat en waarin lucht en gas gemengd worden.




Gaskraan:
Onderdeel van de brander waarmee je meer of minder gas in de brander kunt laten.
Luchtschijf:
Onderdeel van de brander waarmee je meer of minder lucht bij het gas kunt laten.
Schoorsteen:
Buis die boven op de luchtschijf van een brander staat en waarin lucht en gas gemengd worden.




Slide 24 - Diapositive

De Brander
De brander moet je altijd op dezelfde manier aansteken:
1 Doe de luchtschijf dicht.
2 Controleer of de gaskraan dicht is.
3 Draai de gaskraan op je tafel open.
4 Houd een brandende lucifer net boven de schoorsteen.
5 Draai de gaskraan een beetje open, zodat de brander met een geeloranje vlam gaat branden.

Slide 25 - Diapositive

Pauzevlam
De pauzevlam op de afbeelding gebruik je als je de brander even niet nodig hebt. 
Een pauzevlam is geeloranje.
De pauzevlam is goed zichtbaar, zodat je je niet per ongeluk verbrandt aan de vlam. Voor een pauzevlam draai je de gaskraan een beetje open en blijft de luchtschijf dicht.

Slide 26 - Diapositive

Stille blauwe 
vlam
De stille blauwe vlam op de afbeelding gebruik je als je iets warm moet houden. 
Ook gebruik je de stille blauwe vlam als je een kleine hoeveelheid moet verwarmen, bijvoorbeeld een klein beetje water. 
Voor een stille blauwe vlam open je de gaskraan en de luchtschijf een beetje.

Slide 27 - Diapositive

Ruisende blauwe vlam
De ruisende blauwe vlam op de afbeelding is heel heet. 
Een ruisende blauwe vlam gebruik je als je iets flink moet verwarmen. 
Ook gebruik je de ruisende blauwe vlam om een grote hoeveelheid te verwarmen. Bijvoorbeeld om een liter water te koken. 
Voor een ruisende blauwe vlam draai je de gaskraan en de luchtschijf ver open.

Slide 28 - Diapositive

Samenvatting
Practicum:
              Onderzoek dat je doet bij nask.

Practicummateriaal:
             Spullen die je bij practicum gebruikt.

Veiligheidsregels:
           Regels waar je je tijdens practicum aan moet houden.
Brander

           Je kent de onderdelen en kent de bijbehorende functies

Slide 29 - Diapositive

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 30 - Carte mentale

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 31 - Carte mentale

Ik snap de leerdoelen:

1. Je kunt practicummateriaal herkennen.
2. Je kunt de toepassing van practicummateriaal benoemen.
3. Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.
4.Je kunt de werking van de brander uitleggen
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 32 - Quiz

Afsluiting
Leerdoelencheck:

1. Je kunt practicummateriaal herkennen.
2. Je kunt de toepassing van practicummateriaal benoemen.
3. Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.
4. Je kunt de werking van de brander uitleggen

Slide 33 - Diapositive

Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 1.3 Practicum:
7, 8, 10, 12 en 13 
Je mag samenwerken!

Slide 34 - Diapositive

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
Zet in je Planner!
Maak de opdrachten van paragraaf 1.3 Practicum:
7, 8, 10, 12 en 13 

Dank je wel voor je aandacht!


Slide 35 - Diapositive