Herhaling theorie leesvaardigheid mavo 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Herhaling theorie leesvaardigheid

Je gaat zo een aantal vragen maken over de theorie van leesvaardigheid. Deze theorie heb je nodig voor je examen Nederlands. Als je klaar bent met de vragen, ga je aan de slag met een oefentekst.

Je ziet hier de eerste alinea van de tekst
'Waarom jongens geen meisjes zijn en
meisjes geen jongens'. Op welke manier
wordt deze tekst ingeleid in alinea 1?

1. Door de aanleiding te noemen voor het schrijven van het artikel
2. Door een voorbeeld te geven bij het onderwerp
3. Door een voor de tekst belangrijke vraag te stellen
4. Door het standpunt van de schrijver weer te geven

Deze zelfde tekst wordt afgesloten met de
alinea die je hiernaast ziet. Op welke
manieren wordt deze tekst afgesloten?

1. Door een aanbeveling te doen en een conclusie te trekken
2. Door een samenvatting te geven en een toekomstverwachting te geven
3. Door een aanbeveling te doen en een samenvatting te geven
4. Door een conclusie te trekken en een toekomstverwachting te geven

Koppel de voorbeelden aan het juiste verband.

Opsomming

Tegenstelling

Reden

Voorbeeld

Deze telefoon heeft een groter scherm, maar de kleuren zijn minder helder.

In schoolkantines wordt meer gezond eten verkocht, zoals broodjes gezond, snoeptomaatjes en vers fruit.

Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat het te veel tijd kost.

Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport. Je kunt het ook lekker buiten doen. Ten slotte kan het op elk moment.

Koppel de voorbeelden aan het juiste verband.

Oorzaak-gevolg

Middel-doel

Voorwaarde

Conclusie

Alles is goed verlopen, we hebben veel geld binnengehaald en iedereen genoot. Kortom: de goededoelendag was een groot succes.

Elke school zou een goede bibliotheek moeten hebben, zodat leerlingen gemakkelijk aan boeken kunnen komen.

Als het festival voldoende bezoekers trekt, zal het volgend jaar weer worden gehouden.

Doordat er te veel winkelpanden leegstaan, moet dit winkelcentrum gesloten worden.

In deze alinea lees je dat mannen competitiever zijn.
Citeer een woord of woordgroep die de schrijver
gebruikt voor 'competitiever'.

Welke zin is in onderstaande alinea de kernzin?

[1] 5 mei is maar eens in de vijf jaar een officiële feestdag. [2] Uit een onderzoek in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei blijkt dat zeven op de tien mensen vinden dat iedereen elk jaar vrij moet zijn. [3] Als er een andere vrije dag voor ingeruild moet worden, kiezen drie op de tien Nederlanders voor Goede Vrijdag. [4] 5 mei zou elk jaar een vrije dag moeten zijn zodat iedereen Bevrijdingsdag kan vieren.

1. zin 1
2. zin 2
3. zin 3
4. zin 4

Hieronder staan een stelling en verschillende soorten argumenten. Met welk nummer wordt de stelling aangegeven?
[1] De binnenstad moet worden afgesloten voor auto’s.
[2] Er zijn niet genoeg parkeerplaatsen voor alle auto’s.
[3] Al die auto’s in de binnenstad is een lelijk gezicht.
[4] Uit onderzoek van de winkeliersvereniging blijkt dat 23% van de winkels in de binnenstad zal moeten sluiten als er geen auto’s meer mogen komen.
[5] Het onderzoek is uitgevoerd door de winkeliersvereniging. Is dat onderzoek dan wel objectief? Zou onderzoek door iemand zonder belangen geen ander resultaat geven?

1. nummer 1
2. nummer 2
3. nummer 3
4. nummer 5

Hieronder staan een stelling en verschillende soorten argumenten. Met welk nummer wordt een subjectief argument aangegeven?
[1] De binnenstad moet worden afgesloten voor auto’s.
[2] Er zijn niet genoeg parkeerplaatsen voor alle auto’s.
[3] Al die auto’s in de binnenstad is een lelijk gezicht.
[4] Uit onderzoek van de winkeliersvereniging blijkt dat 23% van de winkels in de binnenstad zal moeten sluiten als er geen auto’s meer mogen komen.
[5] Het onderzoek is uitgevoerd door de winkeliersvereniging. Is dat onderzoek dan wel objectief? Zou onderzoek door iemand zonder belangen geen ander resultaat geven?

1. nummer 1
2. nummer 2
3. nummer 3
4. nummer 4

Hieronder staan een stelling en verschillende soorten argumenten. Met welk nummer wordt een objectief argument aangegeven?
[1] De binnenstad moet worden afgesloten voor auto’s.
[2] Er zijn niet genoeg parkeerplaatsen voor alle auto’s.
[3] Al die auto’s in de binnenstad is een lelijk gezicht.
[4] Uit onderzoek van de winkeliersvereniging blijkt dat 23% van de winkels in de binnenstad zal moeten sluiten als er geen auto’s meer mogen komen.
[5] Het onderzoek is uitgevoerd door de winkeliersvereniging. Is dat onderzoek dan wel objectief? Zou onderzoek door iemand zonder belangen geen ander resultaat geven?

1. nummer 1
2. nummer 2
3. nummer 3
4. nummer 4

Hieronder staan een stelling en verschillende soorten argumenten. Met welk nummer wordt een tegenargument aangegeven?
[1] De binnenstad moet worden afgesloten voor auto’s.
[2] Er zijn niet genoeg parkeerplaatsen voor alle auto’s.
[3] Al die auto’s in de binnenstad is een lelijk gezicht.
[4] Uit onderzoek van de winkeliersvereniging blijkt dat 23% van de winkels in de binnenstad zal moeten sluiten als er geen auto’s meer mogen komen.
[5] Het onderzoek is uitgevoerd door de winkeliersvereniging. Is dat onderzoek dan wel objectief? Zou onderzoek door iemand zonder belangen geen ander resultaat geven?

1. nummer 2
2. nummer 3
3. nummer 4
4. nummer 5

Hieronder staan een stelling en verschillende soorten argumenten. Met welk nummer wordt de ontkrachting van het tegenargument aangegeven?
[1] De binnenstad moet worden afgesloten voor auto’s.
[2] Er zijn niet genoeg parkeerplaatsen voor alle auto’s.
[3] Al die auto’s in de binnenstad is een lelijk gezicht.
[4] Uit onderzoek van de winkeliersvereniging blijkt dat 23% van de winkels in de binnenstad zal moeten sluiten als er geen auto’s meer mogen komen.
[5] Het onderzoek is uitgevoerd door de winkeliersvereniging. Is dat onderzoek dan wel objectief? Zou onderzoek door iemand zonder belangen geen ander resultaat geven?

1. nummer 2
2. nummer 3
3. nummer 4
4. nummer 5

Welke theorie van leesvaardigheid vind je nog moeilijk?

Aan de slag

Geef bij de docent aan dat je klaar bent met de vragen. Je krijgt dan een oefentekst om te maken. Deze oefentekst is huiswerk voor de les na de vakantie.