objectieve en subjectieve argumenten

Welkom!
Log in in Lessonup.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Log in in Lessonup.

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
Vandaag herhalen we het volgende:
Feiten en meningen
Objectief en subjectief
Argumenten
Lijdend voorwerp

Slide 2 - Diapositive

Welk woord hoort niet bij een informerende tekst?
A
Feit
B
Mening
C
Objectief
D
Controleerbaar

Slide 3 - Quiz

Welk woorden horen niet bij een overtuigende tekst?
A
Objectief
B
Persoonlijk
C
Subjectief
D
Neutraal

Slide 4 - Quiz

Stelling: De binnenstad moet autovrij worden.

Slide 5 - Diapositive

De automobilisten komen alleen maar naar de binnenstad om hun auto te showen.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 6 - Quiz

Er zijn niet genoeg parkeerplaatsen voor de auto's.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 7 - Quiz

Al die auto's is echt een lelijk gezicht.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 8 - Quiz

Er zijn metingen gedaan waaruit blijkt dat de auto's de lucht vervuilen.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 9 - Quiz

Stelling: Elke schooldag moet beginnen met een gymles.

Slide 10 - Diapositive

Noem een subjectief argument waarom je voor of tegen bent.

Slide 11 - Question ouverte

Noem een objectief argument waarom je voor of tegen bent.

Slide 12 - Question ouverte

Geef je haar je telefoon?
Lijdend voorwerp in de zin? Noem het.

Slide 13 - Question ouverte

Plotseling brak het glas in tweeën.
Lijdend voorwerp in de zin? Noem het.

Slide 14 - Question ouverte

Julia wachtte voor niets twee uur op Damian.
Lijdend voorwerp in de zin? Noem het.

Slide 15 - Question ouverte

Hoe is deze Lessonup gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage