Didactiek week 2 periode 8

Didactiek week 2 periode 8
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Didactiek week 2 periode 8

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
Paragraaf 3.6 Geletterdheid  (blz. 116 -121)

Slide 3 - Diapositive

Wat ga je leren?
De betekenis en drie fasen van geletterdheid.
Verschil tussen laaggeletterdheid en analfabetisme.
Leerlijnen en tussendoelen.
Fonologisch en fonemisch bewust zijn. 
Referentieniveaus nederlands.

Slide 4 - Diapositive

Progamma
Informatie en feitjes.
Quizvragen.
Mindmap tussendoelen geletterdheid.
Eindopdracht.

Slide 5 - Diapositive

Wat is geletterdheid?
Het vermogen om lezend en schrijvend te communiceren.

Nodig om te kunnen deelnemen aan de maatschappei.

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden
Lezen en schrijven van brieven, boodschappenlijstjes, reclamefolders, boeken, websites e-mailberichten.

Verkeersborden, informatie bij trein en vliegverkeer etc.

Slide 7 - Diapositive

Wat is laag geletterdheid?
Grote moeite met lezen en schrijven. 
Gevolgen: Schaamte, onzekerheid, afhankelijkheid.
Gemiddeld genomen mindere gezondheid
en minder kans op de arbeidsmarkt.

Slide 8 - Diapositive

2,5 miljoen mensen boven de 15 zijn laaggeletterd.

Slide 9 - Diapositive

Verschil laag geletterdheid en analfebetisme?

Slide 10 - Diapositive

Analfabeten kunnen helemaal niet lezen en schrijven.

Laag geletterden nog wel met grote moeite.

Slide 11 - Diapositive

Wat als ouders laag geletterd zijn?
Moeite met voorlezen.
Moeite met het begrijpen van de nieuwsbrief.
Invullen formulieren lastig.
Vragen soms uitleg om iets wat op de website staat.

Slide 12 - Diapositive

Taalcursussen gratis
https://www.rocrivor.nl/leven-lang-ontwikkelen/nederlandse-taal-leren/cursus-laaggeletterdheid/

Je kan ouders tippen.

Slide 13 - Diapositive

Wat is laag geletterdheid?
A
Niet kunnen lezen en schrijven.
B
Grote moeite met lezen en schrijven.
C
Niet kunnen schrijven.
D
Niet kunnen lezen.

Slide 14 - Quiz

Hoeveel mensen boven de 15 zijn in Nederland laaggeletterd?
A
10 miljoen
B
15 miljoen
C
2,5 miljoen
D
7,5 miljoen

Slide 15 - Quiz

Hoeveel kost een taalcursus laag geletterd voor ouders?
A
0 euro
B
50 euro
C
100 euro
D
150 euro

Slide 16 - Quiz

Drie fasen van geletterdheid
1. ontluikende geletterdheid. Leren praten als basis voor latere lezen en schrijven.

2. Beginnende geletterdheid. Groep 1-3. Ze snappen de functie van geschreven taal en leren lezen. 

Slide 17 - Diapositive

3. Gevorderde geletterdheid. Vanaf groep 4. 
Beter lezen en schrijven.
Herkennen woorden sneller.
Richten zich meer op de betekenis van woorden.

Slide 18 - Diapositive

Midden en bovenbouw
Meer rijke taal.

Begrijpend lezen.

Slide 19 - Diapositive

Leerlijn en tussendoel
Het expertisme centrum Nederlands
heeft geletterdheid per leerjaar vastgelegd.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

website
https://www.leerlijnentaal.nl/page/153/schrijven.html

Slide 22 - Diapositive

Opdracht
Kies een thema uit de leerlijn geletterdheid.
Lees vervolgens de websitepagina over dit thema.
Maak met een groepje van 3
en maak een mindmap binnen dit thema.
Wat wordt er op scholen gedaan? Wat zie je terug op stage?

Slide 23 - Diapositive

Terugkoppelen
Leg het thema kort uit 
en geef voorbeelden vanuit eigen stages.

Slide 24 - Diapositive

Praktische voornbeelden uit het boek
Kaarten maken, recepten laten schrijven, letters natekenen.
Pictogrammen, woordkaarten. 
Een leeshoek
Een schrijfhoek. 
Prentenboeken, informatieve boeken. Notitieblokje. Een gedicht schrijven.

Slide 25 - Diapositive

Fonologisch en fonemisch bewust zijn.
Fonologisch: het doorzien van een klankstructuur.
Voorbeelden:
Splitsen van woorden, hakken en plakken.
(M-UI-S) 
Eindrijmen. Muis-huis

Slide 26 - Diapositive

Fonemisch: Een gevorderd stadium van het fonologisch bewustzijn.
Het besef dat woorden uit fonemen bestaan.
Fonemen zijn klanken.
Lettertafel, Lettermuur.

Lettermuur en tafel worden ingezet.

Slide 27 - Diapositive

Referentieniveaus nederlands
ddd

Slide 28 - Diapositive

2f heb je nodig om te kunnen functioneren in de maatschappij.
Lezen van borden in het verkeer,
aanwijzingen in winkels en dergelijke.

Slide 29 - Diapositive

Wat wordt er bedoelt met fonemisch bewust zijn?
A
Het besef dat woorden uit letters bestaan.
B
Het besef dat woorden gesplitst kunnen worden
C
Het besef dat woorden uit klanken bestaan.
D
Het besef van lettergrepen.

Slide 30 - Quiz

Welk niveau heb je nodig om te kunnen functioneren in de maatschappij?
A
1f
B
2f
C
3f
D
4f

Slide 31 - Quiz

Eindopdracht
Maak de mindmap af.

Vul aan met jouw mening over het vormen geven van onderwijs rondom geletterdheid. 
Welke tips zou je je stage school willen geven?

Slide 32 - Diapositive