4.5 woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

4.5 woorden les 1

• 25 nieuwe woorden
• Trappen van vergelijking
• gebruik van als/dan 

Herhaling 4.3 (Maak aantekeningen)

Beeld en opmaak = de manier waarop een tekst is vormgegeven /  hoe het eruit ziet.
Bijvoorbeeld door

1. de verdeling van de tekst over blz. of beeldscherm
2. soort letter en lettergrootte
3. Gebruik van kleuren
4. plaatjes bij een tekst
   

Ander woord voor beeld en opmaak = lay-out

Logo is het plaatje waaraan je het bedrijf herkent.

Herhaling 4.3 (Maak aantekeningen)

Tekstsoorten
Tekstdoel = het doel van een tekst.

Teksoort = Alle teksten met hetzelfde doel horen bij tekstsoort.

Tekstsoort                                                  Tekstdoel                                Voorbeeld
Informatieve tekst                                  informeren                            Krantenbericht

Tekst met een mening (betoog)      overtuigen                             recensie van een film
Activerende tekst                                   activeren                                reclametekst sponsoractie
Amuserende tekst                                 amuseren                               moppenpagina Donald Duck

Herhaling 4.3 (Maak aantekeningen)

Leespubliek =  een groep lezers voor wie de tekst is geschreven

Je kunt zien voor welk leespubliek een tekst geschreven. Kijk naar:
afbeeldingen

de bron

het taalgebruik

het onderwerp

Nieuwe woorden

We lezen samen de woordenlijst door en bespreken de moeilijke woorden. 

Bladzijde 40

Flitskaarten

Je kunt zelf flitskaarten maken als keuze opdracht.

Aan het werk

Maken opdracht 2 t/m 10

Dit is ook je huiswerk

4.5 woorden les 2

• Trappen van vergelijking
• gebruik van als/dan 

Trappen van vergelijking

Met een bijvoeglijk naamwoord kun je dingen vergelijken. Je verandert dan het bn met een achtervoegsel. Dit noemen we trappen van vergelijking.

• snel - sneller - snelst
• blond - blonder - blondst
• mooi - mooier - mooist

Schrijf de trappen van vergelijking op. Denk aan de spelling!
vies - ... - ...

Trappen van vergelijking

Sommige woorden veranderen in de trappen van vergelijking

• goed - beter - best
• graag - liever - liefst
• veel - meer - meest
• weinig - minder - minst

Schrijf de trappen van vergelijking op. Denk aan de spelling!
geel - ... - ...

Schrijf de trappen van vergelijking op. Denk aan de spelling!
dun - ... - ...

Schrijf de trappen van vergelijking op. Denk aan de spelling!
gaaf - ... - ...

Bedenk zelf nog twee trappen van vergelijking. Schrijf alle drie de trappen op.

Als - dan

Een vergelijking maak je met de woorden als en dan

Bij de eerste trap gebruik je als. Als hoort bij hetzelfde

Kevin is net zo groot als Jordi.

Kevin is even klein als Jordi.

Als - dan

Bij de tweede trap gebruik je dan:

Jordi is groter dan Danny.

Danny is kleiner dan Kevin.

Als - dan

Bij de derde trap heb je als en dan niet nodig:

Rodney is het grootst

Danny is het kleinst

Kies als of dan

1. Mijn broertje is twee jaar jonger                  ik.

2. Daarom krijg ik meer zakgeld                   hij.

3. Hij krijgt dus minder zakgeld                    ik.

4. Ik kan van mijn zakgeld meer spullen kopen                    hij.

5. Hij zeurt vaker om geld                     ik.

6. Hij is wel even lang                       ik.

7. En hij is net zo goed in gamen                    ik.

dan

als

als

als

als

dan

dan

dan

dan

dan

dan

Aan de slag

Maak 4.5 opdrachten 11 t/m 16;

Klaar:

* Woordentrainer

* Hoofdstuk 4.1

4.5 woorden les 3

Aan de slag

* Oefentoets woorden

* Flitskaarten

* Woordentrainer