Spreekwoorden en gezegdes

Woensdag 22 december
Les spreekwoorden en gezegdes

Uitleg, oefenen en filmpje

Opdracht

Bespreken
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woensdag 22 december
Les spreekwoorden en gezegdes

Uitleg, oefenen en filmpje

Opdracht

Bespreken

Slide 1 - Diapositive

Herkomst spreekwoorden en gezegdes

Slide 2 - Diapositive

Welk spreekwoord of gezegde ken jij of gebruik je vaak?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

De hond in de pot vinden
A
We eten vanavond stoofvlees
B
We gaan barbequen
C
Te laat zijn voor het eten
D
Het eten is op de grond gevallen

Slide 5 - Quiz

De bokkenpruik op hebben.

Slide 6 - Diapositive

De bokkenpruik op hebben.
A
Slechtgehumeurd zijn / boos zijn
B
Een bad-hair-day hebben
C
Een pruik dragen
D
Je anders voordoen dan je bent

Slide 7 - Quiz

Oude koeien uit de sloot halen.

Slide 8 - Diapositive

Oude koeien uit de sloot halen.
A
Koeien die in de sloot gevallen zijn redden
B
Oude mensen helpen
C
Op een boerderij werken
D
Oude verhalen vertellen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Lien

Opdracht 
Ga naar de website: https://schrijvenonline.org/dossier/herkomst-van-spreekwoorden-en-gezegden

Kies een spreekwoord uit en lees de herkomst. Vertel straks:
1. Welk spreekwoord?
2. Waar komt het spreekwoord vandaan.
3. Wanneer gebruik je het spreekwoord?

Als je klaar bent, kun je er nog een uitkiezen. Die hoef je dan niet op te schrijven. 
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

1. Welk spreekwoord.
2. Waar komt het vandaan?
3. Wanneer gebruik je het?

Slide 13 - Question ouverte

Dat scheelde maar een .....
A
beetje
B
haartje
C
teentje
D
grammetje

Slide 14 - Quiz

Jij bent gauw op je ..... getrapt.
A
vingertjes
B
voetjes
C
handjes
D
teentjes

Slide 15 - Quiz

Hij heeft de .... op
A
hoed
B
muts
C
bokkenpruik
D
pruik

Slide 16 - Quiz

Het ... van het lijf vragen
A
hemd
B
shirt
C
hoofd
D
oor

Slide 17 - Quiz

Met je handen in .... zitten
A
de saus
B
de lucht
C
de troep
D
het haar

Slide 18 - Quiz

Doen alsof je ... bloedt
A
pink
B
neus
C
hand
D
oog

Slide 19 - Quiz

Twee ... hebben
A
rechterhanden
B
linkerhanden
C
scheve handen
D
kromme handen

Slide 20 - Quiz

De ... buiten zetten.
A
paarden
B
poesjes
C
bloemetjes
D
koeien

Slide 21 - Quiz

Twee ... op een buik.
A
voeten
B
handen
C
knopen
D
navels

Slide 22 - Quiz

Van een mug ... maken
A
een kever
B
een tijger
C
een olifant
D
een neushoorn

Slide 23 - Quiz

Het .... van de zalm
A
staartje
B
neusje
C
vinnetje
D
mondje

Slide 24 - Quiz

....... is groter dan de maag.
A
Het bord
B
Het hoofd
C
Het oor
D
Het oog

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Dit heb ik geleerd.

Slide 27 - Carte mentale