Uitdrukkingen: herkomst

Doen alsof je ... bloedt

1. pink
2. neus
3. hand
4. oog

Twee ... hebben

1. rechterhanden
2. linkerhanden
3. scheve handen
4. kromme handen

De ... buiten zetten.

1. paarden
2. poesjes
3. bloemetjes
4. koeien

Twee ... op een buik.

1. voeten
2. handen
3. knopen
4. navels

Van een mug ... maken

1. een kever
2. een tijger
3. een olifant
4. een neushoorn

Het .... van de zalm

1. staartje
2. neusje
3. vinnetje
4. mondje

....... is groter dan de maag.

1. Het bord
2. Het hoofd
3. Het oor
4. Het oog

Dat scheelde maar een .....

1. beetje
2. haartje
3. teentje
4. grammetje

Jij bent gauw op je ..... getrapt.

1. vingertjes
2. voetjes
3. handjes
4. teentjes

Hij heeft de .... op

1. hoed
2. muts
3. bokkenpruik
4. pruik

Het ... van het lijf vragen

1. hemd
2. shirt
3. hoofd
4. oor

Met je handen in .... zitten

1. de saus
2. de lucht
3. de troep
4. het haar

Opdracht:

1. Kies 10 spreekwoorden/uitdrukkingen uit.
2. Maak bij elk spreekwoord/uitdrukkingen een foto.
3. Geef de betekenis van het spreekwoord/uitdrukkingen.
4. Maak een goede zin met het spreekwoord/uitdrukkingen.
5. Schrijf een stukje over de herkomst van het spreekwoord/uitdrukkingen. 

Waar kan ik infomatie vinden? 

1. https://spreekwoorden.nl
2. https://www.scientias.nl/komen-spreekwoorden-vandaan/
3. https://schrijvenonline.org/dossier/herkomst-van-spreekwoorden-en-gezegden
4. https://isgeschiedenis.nl/rubrieken/historische-uitdrukkingen
5. https://onzetaal.nl/taaladvies/thematisch/uitdrukkingen-en-spreekwoorden/