Spreekwoorden en gezegdes

Spreekwoorden en gezegdes
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden en gezegdes

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Dat scheelde maar een .....
A
beetje
B
haartje
C
teentje
D
grammetje

Slide 6 - Quiz

Jij bent gauw op je ..... getrapt.
A
vingertjes
B
voetjes
C
handjes
D
teentjes

Slide 7 - Quiz

Hij heeft de .... op
A
hoed
B
muts
C
bokkenpruik
D
pruik

Slide 8 - Quiz

Het ... van het lijf vragen
A
hemd
B
shirt
C
hoofd
D
oor

Slide 9 - Quiz

Met je handen in .... zitten
A
de saus
B
de lucht
C
de troep
D
het haar

Slide 10 - Quiz

Doen alsof je ... bloedt
A
pink
B
neus
C
hand
D
oog

Slide 11 - Quiz

Twee ... hebben
A
rechterhanden
B
linkerhanden
C
scheve handen
D
kromme handen

Slide 12 - Quiz

Van een mug ... maken
A
een kever
B
een tijger
C
een olifant
D
een neushoorn

Slide 13 - Quiz

Het .... van de zalm
A
staartje
B
neusje
C
vinnetje
D
mondje

Slide 14 - Quiz

Mix en koppel
  1. Je krijgt een spreekwoord of de betekenis van een spreekwoord
  2. Probeer binnen de tijd degene te vinden die bij jou hoort (dus spreekwoord bij betekenis zoeken)
  3. We bespreken hierna alles gezamenlijk.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive