sociale en recreatieve activiteiten les 1

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

leerdoelen 

• Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten
• Het benoemen van soorten activiteiten. 
• Het benoemen van sportieve activiteiten. 

Wat gaan we doen?

theorie

filmpjes

groepsquiz

individueel zelfportret

groepsopdracht schilderij 

welke activiteiten deed jij als kind?

Welke spellen speelde jij vroeger?

wat heb je gezien in het film fragment?

Wat is recreatie?

Onder recreatie verstaat men alle vormen van vrijetijdsbesteding, alle activiteiten die kunnen worden gedaan naast de dagelijkse verplichtingen als werken, huishouden en zorg voor anderen. Recreëren doet men voor ontspanning en vermaak.

Het woord recreatie duidt op vernieuwing

Re = her, opnieuw

Creatie = maken, scheppen

Herscheppen, opnieuw maken

Latijn recreāre ‘opnieuw scheppen, weer doen opleven, verkwikken

Soorten activiteiten 

- Individuele activiteiten

- Groepsactiviteiten 

Soorten activiteiten

Sociale activiteiten

Bijvoorbeeld: dansen, ganzenbord, zingen, koken.

Motorische activiteiten

Bijvoorbeeld: tekenen, haken, dansen, puzzelen.

Ontwikkelingsgerichte activiteiten

Bijvoorbeeld: rekenen, planten verzorgen, koken, tekenen.

Creatieve activiteiten

Bijvoorbeeld: tekenen, haken, zingen, dansen.

Sportieve activiteiten 

Bij sportieve activiteiten kun je denken aan bewegen, denk bijvoorbeeld aan voetballen. 

Met welke doelgroep kan je voetballen?

Met welke doelgroep kun je niet voetballen?

VVE: Voorschoolse/ vroegschoolse educatie

• Voorschoolse educatie. Dit gebeurt op de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf en richt zich op peuters van 2 à 2,5 en 3 jaar. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.

• Vroegschoolse educatie. Dit gebeurt op de basisschool en is gericht op kleuters. 
  

Eindopdracht

• Collage maken over sociaal gedrag.

     Tip gebruik -> https://www.collage.nl 

• Het activiteitenprogramma (individueel).

     1. Kies een doelgroep en een thema.

     2. Maak een programma van 1 week met 2 activiteiten per dag. 

     3. De activiteiten hebben iets te maken met de thema die je hebt gekozen. 

     4. De activiteiten zijn gevarieerd en sluit aan de ontwikkeling van je doelgroep. 

• Poster maken
  

     1. Heeft een programma voor een week.

     2. Laat duidelijk de activiteiten zien rondom het gekozen thema.

     3. Heeft illustraties. 

     4. Nodigt uit tot deelname of opgave. 

• Beschrijf welke middelen en materialen je nodig hebt ( maak een materialen lijst). 

Rollenspel oefenen

Casus A: Mevrouw van der Hoek-Haddou

Je werkt in een serviceflat voor ouderen “HZW” als Servicemedewerker. Vandaag ben jij ingepland bij mevrouw van der Hoek-Haddou. Mevrouw van der Hoek-Haddou is een dame van 89 jaar oud. Mevrouw is weduwe en woont al enige tijd in deze flat. Mevrouw mist haar man Mohammed Haddou nog iedere dag. Door hem kreeg zij interesse in de islam. Later is zij vanuit dit geloof gaan leven.

Mw is niet ziek maar wel erg vermoeid en loopt moeizaam en heeft daarom wat hulp nodig bij de ADL en enkele huishoudelijke taken. Mw houdt erg veel van lezen. Mw heeft het koud en zit op haar bed. Mevrouw vraagt of jij haar naar de stoel voor het raam brengt. Wanneer jij in haar kamer komt, maak je haar bed netjes op en maak je het nachtkastje dat plakkerig aanvoelt weer schoon. In de woonkamer vraagt mw om een boterham.

Wat heb je geleerd?
Tips/tops