sociale en recreatieve activiteiten les 1

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

leerdoelen 

• Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten
• Het benoemen van soorten activiteiten. 
• Het benoemen van sportieve activiteiten. 

Wat gaan we doen?

theorie

filmpjes

groepsquiz

individueel zelfportret

groepsopdracht schilderij 

welke activiteiten deed jij als kind?

Welke spellen speelde jij vroeger?

wat heb je gezien in het film fragment?

Wat is recreatie?

Onder recreatie verstaat men alle vormen van vrijetijdsbesteding, alle activiteiten die kunnen worden gedaan naast de dagelijkse verplichtingen als werken, huishouden en zorg voor anderen. Recreëren doet men voor ontspanning en vermaak.

Het woord recreatie duidt op vernieuwing

Re = her, opnieuw

Creatie = maken, scheppen

Herscheppen, opnieuw maken

Latijn recreāre ‘opnieuw scheppen, weer doen opleven, verkwikken

Soorten activiteiten 

- Individuele activiteiten

- Groepsactiviteiten 

Sportieve activiteiten 

Bij sportieve activiteiten kun je denken aan bewegen, denk bijvoorbeeld aan voetballen. 

Met welke doelgroep kan je voetballen?

Met welke doelgroep kun je niet voetballen?

VVE: Voorschoolse/ vroegschoolse educatie

• Voorschoolse educatie. Dit gebeurt op de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf en richt zich op peuters van 2 à 2,5 en 3 jaar. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.

• Vroegschoolse educatie. Dit gebeurt op de basisschool en is gericht op kleuters. 
  

Voorlezen 

• Voorlezen is belangrijk voor de taalontwikkeling. 
  
• Iedere week gaat er iemand voorlezen. 
• (telt voor een cijfer)

Hoe oud wordt een dolfijn ongeveer:

1. 10
2. 30
3. 20
4. 40

wat voor kleur heeft een klaver?

1. wit en zwart
2. roze en rood
3. groen en blauw
4. wit en roze

Noem minstens 2 soorten witte groente?

Een moskee ga je binnen zonder...

1. Hoed
2. geld
3. schoenen

In welke land brengen ruim 4 miljoen Nederlanders hun vakantie door?

1. Duitsland
2. Nederland
3. Frankrijk
4. België

Wat wilde je worden toen je klein was?

In welke land ligt de stad die vroeger Buitenzorg heette?

1. In China
2. In Duitsland
3. IN Italië
4. IN Indonesië

Waarmee is de worstsoort Salami voornamelijk gekruid?

Van welke vruchten maakt een men Cider?

1. druiven
2. pruimen
3. appels

Aan welke rivier ligt Antwerpen?

1. Rijn
2. Maas
3. Schelde

Wat was het kenmerk van Theo en Thea?

1. Kleding
2. tanden
3. stem

Welke Koekjes hebben met een mannetjesgeit te maken?

1. Boterkoek
2. Choco Prince
3. bokkenpootjes
4. Bastogne

Wat betekent Scharlaken?

1. spotten
2. rode stof
3. rode kleur

Een gebakken ei met een hele dooier noemen we een....

1. omelet
2. uitsmijter
3. spiegelei

wat voor lekkernij hoort bij een geboorte?

Waar wordt de kaasmarkt gehouden?

1. Gouda
2. Alkmaar
3. Edam

Wat hoort niet in het Rijtje Thuis?

1. tomaat
2. eikel
3. appel
4. pruim

wat vond je van deze activiteit?

Eindopdracht

• Collage maken over sociaal gedrag.

     Tip gebruik -> https://www.collage.nl 

• Het activiteitenprogramma (individueel).

     1. Kies een doelgroep en een thema.

     2. Maak een programma van 1 week met 2 activiteiten per dag. 

     3. De activiteiten hebben iets te maken met de thema die je hebt gekozen. 

     4. De activiteiten zijn gevarieerd en sluit aan de ontwikkeling van je doelgroep. 

• Poster maken
  

     1. Heeft een programma voor een week.

     2. Laat duidelijk de activiteiten zien rondom het gekozen thema.

     3. Heeft illustraties. 

     4. Nodigt uit tot deelname of opgave. 

• Beschrijf welke middelen en materialen je nodig hebt ( maak een materialen lijst). 
  
• Voorlezen in de les

Huiswerk (Boom)

Opdracht: 1, 2 en 3 

Wat heb je geleerd?
Tips/tops