Grammatica zinsdelen herhaling klas 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* herhaling gr.zd klas 1
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de pv, ow, gezegde, lv, mv en bwb van een zin benoemen.

timer
10:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* herhaling gr.zd klas 1
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de pv, ow, gezegde, lv, mv en bwb van een zin benoemen.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Zinsdelen; schrijf op in je schrift
Welke zinsdelen zijn er? 

  • onderwerp (ow)
  • persoonsvorm (pv)
  • gezegde (wg / ng)
  • lijdend voorwerp (lv)
  • meewerkend voorwerp (mv)
  • bijwoordelijke bepaling (bwb)



timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Hoe vind je ...?
  1. ow
  2. pv
  3. wg / ng
  4. lv
  5. mv
  6. bwb

Slide 3 - Diapositive

Vragen
1. Neem de zin over en zet op de juiste plek zinsdeelstrepen. 

De broer van mijn vriendin stuurt me elke avond berichten via Instagram.

2. Noteer de persoonsvorm en het onderwerp van deze zin. 
Welke leerlingen klagen dagelijks over hun huiswerk?

3. Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Ik ben samen met mijn broer iedere dag 10 minuten aan het hardlopen.

4. Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
De korstjes van het brood eet ik nooit op. 

5. Noteer de pv, ow, wg, lv, mv en bwb van deze zin. *Let op: de zin hoeft niet alle zinsdelen te bevatten. 
Deze zomer zou ik samen met mijn vrienden naar Ibiza gaan.




timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Antwoord
1. De broer van mijn vriendin / stuurt / me / elke avond / berichten / via Instagram.
2. Welke leerlingen (ow) klagen (pv) dagelijks over hun huiswerk?
3. wg = ben aan het hardlopen
4. lv = De korstjes van het brood 
5. Noteer de pv, ow, wg, lv, mv en bwb van deze zin. *Let op: de zin hoeft niet alle zinsdelen te bevatten.
pv = zou
ow = ik
wg = zou gaan
lv = x
mv = x
bwb = Deze zomer, samen met mijn vrienden, naar Ibiza


Deze zomer zou ik samen met mijn vrienden naar Ibiza gaan.




Slide 5 - Diapositive

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de lesopdracht; kies voor havo of vwo

Hoe:
In je schrift
Je mag fluisterend overleggen.

Hulp:
Hulpkaart grammatica zinsdelen
Tijd:
20 minuten
Klaar:
Kijk je antwoorden na, het antwoordmodel vind je in Teams

Nagekeken? Ga naar C5 §2
Lees de theorie + maak opdracht 1 en 2
timer
20:00

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk
Do 19-01:
H2 grammatica zinsdelen
m. opdr. 1 t/m 3

Slide 7 - Diapositive

Sommige leerlingen zijn daarom boos.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Quiz


Mijn zus is vervelend.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quiz

Hij gaat naar huis.

A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 10 - Quiz

Mijn vriend was gisteren ineens ziek geworden.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quiz

Een naamwoordelijk gezegde bevat altijd een koppelwerkwoord
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 13 - Question ouverte

Welke vragen heb je nog?

Slide 14 - Question ouverte

Ik kan de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 15 - Sondage