Spelling Blok 5 + 6 Op Niveau 2KGT (verklein, c/k, l/ll, afk.)

Spelling Blok 5 + 6

2KT

verkleinwoorden

c/k

l/ll

afkortingen

(werkwoordspelling in andere LessonUp)

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling Blok 5 + 6

2KT

verkleinwoorden

c/k

l/ll

afkortingen

(werkwoordspelling in andere LessonUp)

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verkleinwoord van
cd

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
3

Slide 3 - Question ouverte






Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




3





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen
























Regel







Bij letters, cijfers en afkoringen schrijf je een apostrof (')




















Slide














a

Slide 4 - Question ouverte

Regel
Bij het verkleinwoord van letters, cijfers en afkortingen schrijf je een apostrof (').

Slide 5 - Diapositive

Wat is het verkleinwoord van
verdieping

Slide 6 - Question ouverte

Regel
Bij het verkleinwoord van woorden die eindigen op -ng, schijf je -nkje of -etje.

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verkleinwoord van
bandana

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
oma

Slide 9 - Question ouverte

Regel
Bij het verkleinwoord van woorden die eindingen op een lange klinker, verdubbel je de klinker.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het verkleinwoord van
bikini

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
ski

Slide 12 - Question ouverte

Regel

Bij het verkleinwoord van woorden die eindigen op een -i,

voeg je een -e toe.

Slide 13 - Diapositive

Wat is het verkleinwoord van
baby

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
spray

Slide 15 - Question ouverte

Regel
Bij het verkleinwoord van woorden die eindigen op een -y na een medeklinker, schrijf je een apostrof (').

Slide 16 - Diapositive

C of K?

Slide 17 - Diapositive

Noteer het woord op de goede manier.
Kies uit c, k, cc of ck
o...ult

Slide 18 - Question ouverte

Noteer het woord op de goede manier.
Kies uit c, k, cc of ck
...lown

Slide 19 - Question ouverte

Noteer het woord op de goede manier.
Kies uit c, k, cc of ck
ho...ey

Slide 20 - Question ouverte

L of LL?

Slide 21 - Diapositive

Noteer het woord op de goede manier.
Kies uit l of ll
pitbu...

Slide 22 - Question ouverte

Noteer het woord op de goede manier.
Kies uit l of ll
a...ergie

Slide 23 - Question ouverte

Noteer het woord op de goede manier.
Kies uit l of ll
i..usie

Slide 24 - Question ouverte

Afkortingen

Slide 25 - Diapositive

Kies de juiste schrijfwijze van de afkorting:

Ik fiets 4 ... van huis naar school.
A
km
B
k.m.
C
KM
D
K.M.

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze van de afkorting:

Voor de rest van de toets ...
A
zoz
B
z.o.z.
C
ZOZ
D
Z.O.Z.

Slide 27 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze van de afkorting:

Wij vliegen met de ...
A
klm
B
k.l.m.
C
KLM
D
K.L.M.

Slide 28 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze van de afkorting:

Mevrouw, mag ik naar de ...
A
wc
B
w.c.
C
WC
D
W.C.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive