periode 4 KSH HV2 Spelling:ww. meervouden en tussenletters les 4

Spelling
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling

Slide 1 - Diapositive

planning
oefenen
vraag en antwoord
aan de slag met je eigen planner

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
je hebt geoefend met spelling
je hebt antwoorden gekregen op je vragen

Slide 3 - Diapositive

Lees de zin hieronder. Benoem alle zinsdelen en delen van zinsdelen.

Het enthousiaste publiek juichte de acrobaten luid toe.

Slide 4 - Question ouverte

Kies de juiste schrijfwijze.
Vroeger wilde Sam altijd … worden.

A
astronaut
B
astronout

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
Mijn vader probeert drukke pleinen altijd te … .
A
meiden
B
mijden

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
Het antieke kastje … nog altijd in een goede staat.
A
verkeerd
B
verkeert

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
Pak maar een … uit de verbanddoos.
A
pleister
B
plijster

Slide 8 - Quiz

Noteer de juiste vorm van het ww:

Tijdens het foute grapje van de voorzitter werden vele wenkbrauwen … (fronsen).
A
gefronst
B
verfronst
C
verfronsd
D
gefronsd

Slide 9 - Quiz

apostrof
  • bij het meervoud van zelfstandige naamwoorden op -a, -i, -o, -u of -y (met een medeklinker voor de y): radio’s, taxi’s, baby’s
  • bij het meervoud van letters en afkortingen; k’s, mp3’s

Slide 10 - Diapositive

welke meervoudsvormen zijn correct gespeld?
A
cowboys en ski's
B
cowboy's en skies

Slide 11 - Quiz

apostrof
  • bij het verkleinwoord van letters, cijfers, afkortingen en woorden die eindigen op een -y (met een medeklinker ervoor): party’tje, p’tje, 4’tje, dvd’tje
  • bij de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden om uitspraakproblemen te voorkomen. Als het woord eindigt op een sisklank, schrijf je alleen een apostrof, geen extra -s: oma’s breiwerk, Rens’ etui

Slide 12 - Diapositive

Noteer de juiste vorm van de [woorden]:
Een van [Kees] [hobbys] is [skien]; vandaar dat hij onlangs nieuwe [skis] gekocht heeft.
A
Kees's, hobby's, skiën, skies
B
Kees', hobby's, skiën, ski's
C
Kees', hobbies, skieën, ski's
D
Kees', hobby's, skiën, skies

Slide 13 - Quiz

apostrof
  • bij achtervoegsels van afkortingen: EHBO’er, sms’en
  • bij woorden waarbij je letters weglaat: ’s ochtends, jus d’orange, ’t regent

Slide 14 - Diapositive

Noteer de juiste vorm van de [ woorden]:
[s Avonds] keken we naar een [tvtje] waarop het beeld alleen in [zwart wit] te zien was.
A
's Avonds, tvtje, zwartwit
B
's-Avonds, tv'tje, zwart-wit
C
's Avonds, tv-tje, zwart wit
D
's Avonds, tv'tje, zwart-wit

Slide 15 - Quiz

samentrekking
Als een deel van een samenstelling twee keer achter elkaar voorkomt, kun je het één keer weglaten. Je maakt dan een samentrekking. Het weggelaten woorddeel vervang je door een weglatingsstreepje:
landbouw en tuinbouw → land- en tuinbouw
fietsverkoop en fietsverhuur → fietsverkoop en -verhuur

Slide 16 - Diapositive

samentrekking
Soms is de samentrekking niet op woordniveau, maar binnen een woordgroep. Je hebt dan geen weglatingsstreepje nodig:
oude boeken en nieuwe boeken → oude en nieuwe boeken

Slide 17 - Diapositive

samentrekking
Als je een samentrekking maakt van een samenstelling en een woordgroep, heb je alleen een weglatingsstreepje nodig als je een deel van de samenstelling weglaat:
basisschool en middelbare school → basis- en middelbare school of middelbare en basisschool

Slide 18 - Diapositive

aan de slag
volledige uitleg apostrof en koppelteken in je lesboekje op pagina 33-35.
Lekker verder met je eigen planner.

Slide 19 - Diapositive

Noteer de juiste vorm van de [woorden]:
De [voor en nadelen] vielen bij de [enquete] in verschillende [categorieen].
A
voor-, en nadelen, enquête, categorieën
B
voor-, en nadelen, enquête, categoriën
C
voor- en nadelen, enquête, categorieën
D
voor- en nadelen, enquète, categorieën

Slide 20 - Quiz