brug thema 5 laatste les

zintuigen
functie?
hoe werken zintuigen?
welke zijn er?
waar liggen ze?
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

zintuigen
functie?
hoe werken zintuigen?
welke zijn er?
waar liggen ze?

Slide 1 - Diapositive

Thema 5 waarnemen, gedrag en regeling

Slide 2 - Diapositive

Het vertaling van een Impuls vanuit de zintuigen door de hersenen noem je een:____________________
A
Oproep
B
Taal
C
Waarneming
D
Zintuig

Slide 3 - Quiz

zintuigen
functie? om prikkels uit de omgeving waar te nemen
hoe werken zintuigen? zintuigcellen vangen prikkels op uit de omgeving, hierdoor ontstaan impulsen
welke zijn er? gezichts-,gehoor-, evenwichts-, reuk-, smaak-, warmte-,koude-,druk-,tastzintuig
daarmee kan je: zien, horen, ruiken, proeven en voelen
waar liggen ze? in ogen, oren, neus, tong en huid 

Slide 4 - Diapositive

voelen
tastzintuig: prikkel: lichte aanraking (in tastknopjes)
warmtezintuig: prikkel: aanraking van iets met een warmere temp dan de huid
koudezintuig: ...
drukzintuig: prikkel: wanneer er iets op de huid wordt gedrukt
pijnpunten: uiteinde van zenuwen waarmee je pijn waarneemt

Slide 5 - Diapositive

huid
opperhuid
lederhuid
onderhuids bindweefsel

Slide 6 - Diapositive

huid
opperhuid: hoornlaag, kiemlaag

lederhuid: alle zintuigen, haarzakjes, haarspiertjes, bloedvaten, zweetklieren, zenuwen met pijnpunten, talgkliertjes

onderhuids bindweefsel: vet; 3 func.: opslag reservevoedsel, isoleren=tegengaan warmteverlies, bescherming tegen stoten

Slide 7 - Diapositive

de huid

Slide 8 - Diapositive

De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

taken onderdelen huid!
taak hoornlaag: 
bescherming tegen beschadiging
bescherming tegen uitdroging
bescherming tegen ziekteverwekkers (bacteriën)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

verkouden
Normaal: lucht langs reukreceptoren: boven in de neus
 ->reuksignaal door naar de hersenen
bij proeven speelt zowel de smaak als de
reuk een rol (ook textuur en temperatuur) 
Verkouden: neus verstopt: lucht niet langs reukreceptoren
->verminderde reukzin, eten minder smaak 

Slide 12 - Diapositive

proeven: smaakknopjes met smaakzintuigcellen: onderscheiden verschil tussen zoet, zout, zuur, bitter, umami. Reukzintuig: rest

Slide 13 - Diapositive

horen

Slide 14 - Diapositive

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.

Slide 15 - Diapositive

Wat is de adequate prikkel van het evenwichtsorgaan?
Beweging van het hoofd

Slide 16 - Diapositive


Je hoort een toon met een frequentie van 200 Hz. Met welke zintuigcellen neem je deze toon waar?
1
2
A
Zintuigcellen op plek 1
B
Zintuigcellen op plek 2

Slide 17 - Quiz

De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat bepaald onze gehoorgrenzen? (drempelwaarde van oor)
A
Geluidssterkte en Oor
B
Geluidsterkte en Trillingsfrequentie
C
Trillingsfrequentie en toonhoogte
D
Gevoel en Oorschelpen

Slide 19 - Quiz

<-

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

ZIEN 
functies vd onderdelen!

Slide 24 - Diapositive

kegeltjes: kleur: hoge drempel voor licht: kleuren en scherp zien
staafjes; lage drempel voor licht: kijken in donker: langs rand

Slide 25 - Diapositive

Wat is de functie van je lens
A
maakt het beeld scherp op je vaatvlies
B
maakt je beeld scherp op het harde oogvlies
C
maakt het beeld scherp op je netvlies
D
het boller of platter maken van het oog

Slide 26 - Quiz

Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen, welk deel van het oog bepaald de kleur?
A
netvlies
B
kleurbandjes
C
pupil
D
iris

Slide 27 - Quiz

werking iris: ontspanning kringspieren leidt tot vergroting pupil

Slide 28 - Diapositive

Als je ver kijkt wordt je lens
A
boller
B
rond
C
platter
D
gevlekt

Slide 29 - Quiz

Waardoor worden onze ogen beschermd? (meerdere antw mog.)
A
handen
B
oogleden
C
oogkassen

Slide 30 - Quiz

Oudere mensen die niet goed kunnen lezen (van dichtbij) zijn.......
A
Bijziend
B
Nachtblind
C
Kleurenblind
D
Verziend

Slide 31 - Quiz

Hoe heet het als iemand van dichtbij goed ziet, maar van ver-weg niet?
A
Verziend
B
Dichtziend
C
Bijziend
D
Aanziend

Slide 32 - Quiz

Op welk onderdeel van het oog vallen lichtstralen binnen?
A
Vaatvlies
B
Netvlies
C
Zenuw
D
Lens

Slide 33 - Quiz

ver zien, dichtbij zien

Slide 34 - Diapositive

zenuwstelsel: miljoenen zenuwcellen; cellichaam en uitloper
zenuwstelsel:
centraal zs en 
zenuwen
centraal zs: 
hersenen en ruggenmerg

Slide 35 - Diapositive

Over de hersenen worden twee uitspraken gedaan:
Ties zegt dat de hersenen gevoelig zijn voor prikkels.
Henk zegt dat je in de hersenen bewust wordt van je waarnemingen.
A
Alleen Ties heeft gelijk
B
Alleen Henk heeft gelijk
C
Ties en Henk hebben gelijk
D
Ties en Henk hebben ongelijk

Slide 36 - Quiz

Zenuw(cellen)
Cellichaam ligt in of vlakbij CZ
Uitlopers: geleiden impulsen naar het cellichaam toe of af

In werkelijkheid gaat er 1000-den impulsen tegelijk.
Alle uitlopers liggen bij elkaar = zenuw
elke uitloper is omgeven door isolatie
Om de zenuw ligt bescherming

Slide 37 - Diapositive

Waar liggen schakelcellen in het zenuwstelsel?
A
In de hersenen en het ruggenmerg
B
In de ruggenmerg
C
In de hersenen
D
In de zintuigen

Slide 38 - Quiz

Bewuste reactie

Impulsen van zintuig via zenuwen naar je hersenen

Hersenen worden zich bewust wat er gebeurt

Impulsen van je hersenen naar spieren en klieren
Onbewuste reactie

Impulsen van zintuig via zenuwen naar ruggenmerg. Niet naar de hersenen.

Vaste snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel

Slide 39 - Diapositive

Reflexboog
Je lichaam reageert eerder dan je hersenen zich bewust zijn van wat er gebeurt.

In plaats van dat de schakelcellen in het ruggenmerg het naar je hersenen sturen, sturen ze direct de zenuwcellen aan die voor beweging zorgen.

Slide 40 - Diapositive

reflexen
bescherming
bijv niesreflex: reactie op prikkelende stoffen
pupilreflex: reactie op veel licht
ooglidreflex: reactie op naderend voorwerp
terugtrekreflex: reactie op heet water
kniepeesreflex: hamertje van de dokter (zegt iets over de werking van het ruggenmerg)

Slide 41 - Diapositive

pw thema 5: dinsdag 19 april 
lees alle bs door (5.1 tm 5.4 en 5.8) 
en de opgaven (nakijkknop),
leer je eigen sv en die van het boek,
maak test jezelf en oefentoets
vragen?
kijk nog even op biologiepagina.nl


Slide 42 - Diapositive