Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taal - thema 3 - week 4 - les 19
Thema 8- week 4
Werkwoord en zelfstandig naamwoord in een zin.
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 4
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Thema 8- week 4
Werkwoord en zelfstandig naamwoord in een zin.
Slide 1 - Diapositive
Dit heb je nodig:
ipad
wisbordje
stift
wisdoekje
timer
0:20
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel van deze les
Je weet wat een werkwoord, lidwoord en zelfstandig naamwoord is.
Je weet dat in één zin minstens twee woordsoorten staan: één werkwoord en een zelfstandig naamwoord.
Je kan korte zinnen langer maken door meer zelfstandig naamwoorden te gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Woordsoorten
Lidwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Werkwoorden
Slide 4 - Diapositive
Schrijf de drie lidwoorden op.
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Waar komt het werkwoord te staan als je een zin vragend maakt?
timer
0:30
A
Achteraan de zin
B
In het midden van de zin
C
Vooraan de zin
D
Er staat geen werkwoord in een vragende zin.
Slide 6 - Quiz
Een lidwoord schrijf je nooit voor een zelfstandig naamwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Dieren, mensen, namen, natuurverschijnselen en dingen zijn zelfstandig naamwoorden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
werkwoorden
Zelfstandig naamwoord
Lidwoorden
de
storm
paard
het
een
juf
gooien
gymen
Anton
rekenen
Slide 9 - Question de remorquage
Maak vier korte zinnen - wisbordje
Werkwoorden
lopen
liggen
rijden
kraaien
Zelfstandig naamwoorden
koe
boer
haan
tractor
Lidwoorden
de
het
een
Slide 10 - Diapositive
Korte zin
Een korte zin bestaat uit één werkwoord en minimaal één zelfstandig naamwoord.
De boer loopt.
De haan kraait.
Een tractor rijdt.
Een koe ligt.
Slide 11 - Diapositive
Lange zinnen
één werkwoord en vaak meerdere zelfstandig naamwoorden + een bijvoeglijk naamwoord
De boer loopt naar zijn rode tractor in de kleine schuur.
De koe ligt op het gras in het groene weiland.
De oogstmachine haalt de rijpe maïskolven van de grote plant.
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
De boer gaat iedere ochtend vroeg uit bed.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het werkwoord?
De boer gaat iedere ochtend vroeg uit bed.
Slide 14 - Question ouverte
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden:
De boer gaat iedere ochtend vroeg uit bed.
Slide 15 - Question ouverte
Opdracht:
Jullie krijgen een afbeelding te zien.
Maak een lange zin met minimaal twee zelfstandig naamwoorden en een bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Question ouverte
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 20 - Question ouverte
Deze vraag heb ik nog.
Slide 21 - Question ouverte
Ik vond deze taalles...
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
week 3 ha1
Janvier 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
12 1vm h2 grammatica (woordsoorten) les 2
Juillet 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Février 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica A Woordsoorten
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordsoorten
Mai 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica A Woordsoorten
Janvier 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten
Septembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2