Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
1.14 Publiek en teksten vergelijken
Slide 1 - Diapositive
Lezen
• Je kunt informatie over hetzelfde onderwerp in teksten en beelden met elkaar vergelijken. Bijvoorbeeld: zijn het dezelfde tekstsoorten? Hebben ze hetzelfde tekstdoel? Zijn ze voor hetzelfde publiek geschreven?
• Je kunt de tekstvorm instructie herkennen.
h/v: Je kunt de tekstvorm infographic herkennen.
Vandaag
Info
Uitleg
Vragen?
Werken
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Publiek: Wat is een voorbeeld van een publiek?
A
alle jongeren tussen 12-18 jaar oud
B
alle voetballende volwassenen
C
muziekliefhebbers
D
mensen die van tuinieren houden
Slide 3 - Quiz
Voor welk publiek is dit?
A
Volwassenen die interesse hebben in soaps
B
Volwassenen die geïnteresserd zijn in sport
C
Kinderen die interesse hebben in het nieuws
D
Volwassenen die het nieuws volgen
Slide 4 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met een 'publiek'?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Voor wie de tekst niet bedoeld is.
C
Voor wie het lezen van de tekst verplicht is.
Slide 5 - Quiz
Alinea's
Tussenkopje
Tussenkopje
Titel
Slide 6 - Diapositive
Een schrijver schrijft voor een bepaald publiek. Hoe noem je dat publiek?
A
Leespubliek
B
Schrijverpubliek
C
Boekpubliek
D
Letterpubliek
Slide 7 - Quiz
Titel
Inleiding
Tussenkopje
Tussenkopje
Slide 8 - Diapositive
Tussenkopjes
Soms hebben alinea's in het middenstuk ook tussenkopjes.
Een tussenkopje is een titel boven een alinea.
Een tussenkopje helpt vaak bij het deelonderwerp.
Slide 9 - Diapositive
Tussenkopjes
Soms staat er tussen de alinea's een titel. Dit noemen we een tussenkopje.
Een tussenkopje is heel handig om snel te weten waar een alinea over gaat.
Vaak bestaat een tussenkopje uit 1 of 2 woorden.
Slide 10 - Diapositive
Titel? Tussenkopje?
Slide 11 - Diapositive
Titel
Tussenkopje
Een tussenkopje
is een
soort
'tussendoor-titeltje'
Slide 12 - Diapositive
H2 Alinea's
Tussenkopje
Tussenkopje
Titel
Slide 13 - Diapositive
HOE lees je de tekst bij de 5 manieren van lezen?
1 - Oriënterend Lezen
2 - Globaal Lezen
3 - Zoekend Lezen
4 - Precies Lezen
5 - Kritisch Lezen
Titel + tussenkopjes + plaatjes + eerste zin van alle alinea's
Je leest alles nauwkeurig door en je denkt na over: de schrijver, de bron en het doel van de tekst.
Je leest alles rustig en nauwkeurig door.
Titel + tussenkopjes + plaatjes
Titel + tussenkopjes + plaatjes + opvallendheden + eerste zin van alle alinea's.
Slide 14 - Question de remorquage
Zet de onderdelen van een kranten- artikel in de juiste volgorde.