P4 VK les 2

VK P3 les 2
Ontwikkelingsgerichte 
leeractiviteiten
H9 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

VK P3 les 2
Ontwikkelingsgerichte 
leeractiviteiten
H9 

Slide 1 - Diapositive

"Ontwikkelingsgericht of niet?"
Staan bij "Ontwikkelingsgericht!" zitten bij "Niet ontwikkelingsgericht!"



Slide 2 - Diapositive

"Ontwikkelingsgericht of niet?"
Staan bij "Ontwikkelingsgericht!" zitten bij "Niet ontwikkelingsgericht!"

Werkblad met 10 dezelfde sommen.




Slide 3 - Diapositive

"Ontwikkelingsgericht of niet?"
Staan bij "Ontwikkelingsgericht!" zitten bij "Niet ontwikkelingsgericht!"

Kind maakt zelf een verhaal en leest het voor aan de klas.





Slide 4 - Diapositive

"Ontwikkelingsgericht of niet?"
Staan bij "Ontwikkelingsgericht!" zitten bij "Niet ontwikkelingsgericht!"

Leerling werkt zelfstandig aan een stappenplan voor een project.






Slide 5 - Diapositive

Wat zijn ontwikkelingsgerichte leeractiviteiten?
– Aansluiten bij wat de leerling kan én net nog niet kan (zone van naaste ontwikkeling).
– Gericht op denken, ontdekken, zelf plannen, keuzes maken.
– Niet alleen op het product, maar vooral op het proces.
– Rijke leeromgeving: taal, samenwerking, zelfreflectie, betekenisvol.

Verschil met taakgericht:
– Taakgericht = invullen, herhalen, vaak gesloten opdrachten.
– Ontwikkelingsgericht = ruimte voor initiatief, groei en denken.






Slide 6 - Diapositive

Praktijkkoppeling – In duo’s 
Opdracht: Analyseer een activiteit uit je eigen stage of werk.

  • Beschrijf kort een activiteit die jij begeleidt.
  • Is deze taakgericht of ontwikkelingsgericht?
  • Wat zou je kunnen aanpassen om het meer ontwikkelingsgericht te maken?
  • Welke executieve functies worden hiermee versterkt?

Gebruik het bestand wat in its learning staat: Checklist_Ontwikkelingsgerichte_Leeractiviteit

Slide 7 - Diapositive

Casus
Lisa is een 8-jarig meisje dat momenteel in groep 4 zit op de basisschool. Ze is een vriendelijk en sociaal kind, maar ze worstelt met het automatiseren van sommen tot 10. Lisa heeft moeite met het snel en nauwkeurig uitvoeren van eenvoudige rekenkundige taken, zoals het optellen en aftrekken van getallen binnen deze bereik.

Vragen:
-wanneer wordt het automatiseren sommen tot 10 aangeboden?
-waarom moeten deze sommen geautomatiseerd zijn?
-op welke manier kan je differentiëren?







Slide 8 - Diapositive

Wanneer wordt het automatiseren van sommen tot 10 aangeboden?

Het automatiseren van sommen tot 10 wordt meestal in groep 3 aangeboden.
In deze groep leren kinderen de basisbewerkingen optellen en aftrekken tot 10.

In groep 4 wordt deze kennis verder verdiept en geautomatiseerd, zodat kinderen snel en foutloos kunnen rekenen. Bij Lisa, die in groep 4 zit, is dit dus een belangrijke fase.







Slide 9 - Diapositive

Waarom moeten deze sommen geautomatiseerd zijn?
Het automatiseren van sommen tot 10 is belangrijk omdat:

  • Het mentale rekenwerk ontlast bij moeilijkere sommen (zoals tot 20 of 100).
  • Het bijdraagt aan rekenzekerheid en zelfvertrouwen.
  • Het helpt om complexere rekenvaardigheden (zoals vermenigvuldigen en delen) makkelijker aan te leren.
  • Zonder automatisering kost rekenen meer tijd en energie, waardoor kinderen kunnen vastlopen bij vervolgstof.







Slide 10 - Diapositive

Op welke manier kan je differentiëren?
Je kunt op verschillende manieren differentiëren, afhankelijk van Lisa's niveau en leerstijl:

🔹 In tempo: Geef Lisa extra tijd of bied oefenmomenten gespreid over de dag aan.
🔹 In leermiddel: Gebruik concreet materiaal (zoals blokjes of kralenkettingen), rekenspellen of digitale tools (zoals automatiseringsapps).
🔹 In instructie:Geef extra instructie in een klein groepje. Bied visuele strategieën aan zoals doortellen, splitsen of een getallenlijn.
🔹 In doelen: Focus op kleinere subdoelen zoals alleen sommen met 5 of minder, en bouw dat langzaam op.
🔹 In samenwerking: Laat haar oefenen met een maatje of tutor.









Slide 11 - Diapositive

ontwikkelingsproblemen/stoornissen
In je boek worden veel ontwikkelingsproblemen/stoornissen benoemd. Maak per groepje een presentatie, wat het volgende bevat:
- uitleg van het ontwikkelingsprobleem/stoornis 
- de kenmerken
- hoe wordt er gedifferentieerd
- wat is de rol van een onderwijsassistent?

Er kan gekozen worden uit:
-tweetaligheid (NT2) in het (basis)onderwijs
-hoogbegaafdheid
-dyslexie
-dyscalculie
-NLD
-Dyspraxie (DCD) 







Slide 12 - Diapositive

Casussen:
  • PO: Emma (groep 5) vraagt elke dag of jij haar weektaak uitlegt, ook al heeft ze de instructie gevolgd.
  • VO: Amir (klas 2) doet niets zonder directe aansturing. Hij zegt steeds: “Ik snap het toch niet.”
  • PO/VO: Jouw collega neemt veel over. Jij merkt dat leerlingen hierdoor afhankelijk blijven.

Opdracht per groep:
Wat is het probleem t.a.v. zelfredzaamheid?
Wat zou jij doen als OA?
Welke executieve functie speelt een rol?
Hoe kun je stimuleren zonder overnemen?

Slide 13 - Diapositive

Casussen:
Wat zou jij doen als OA?

  • Stimuleer Emma om het zelf te proberen, bijvoorbeeld door te zeggen:
  • “Je hebt de uitleg al goed gevolgd. Wat denk je dat je nu kunt doen als eerste stap?”
  • Gebruik een vaste strategie, zoals het ‘3-stappenplan’:
  • Zelf proberen
  • Vraag een maatje
  • Vraag de juf/meester/OA
  • Werk met een stappenkaart of pictogrammen die haar helpen om overzicht te houden.
  • Beloon zelfstandigheid, ook bij kleine stapjes: “Goed dat je zelf bent begonnen!”

🧠 Welke executieve functie speelt een rol?
Taakinitiatie: Emma heeft moeite met zelfstandig beginnen.

Zelfvertrouwen/zelfmonitoring: Ze twijfelt of ze het goed begrepen heeft, ook als dat wel zo is.

Emotieregulatie: Mogelijk speelt faalangst of onzekerheid een rol als het niet meteen lukt.

✨ Hoe kun je stimuleren zonder overnemen?
Stel open vragen: “Wat heb je gehoord bij de uitleg?” of “Wat zou je nu kunnen doen?”

Geef kleine keuzes: “Wil je beginnen met taal of rekenen?”

Geef een compliment voor het proberen: niet alleen voor het goede antwoord.

Gebruik een aanmoedigingskaartje op haar tafel met zinnen zoals:
‘Ik probeer het eerst zelf’, ‘Ik kan dit’, ‘Ik weet waar ik moet kijken’.

Zorg voor voorspelbare routines, zodat ze weet wat er van haar verwacht wordt.

Slide 14 - Diapositive

Casussen:
 Welke executieve functie speelt een rol?

  • Taakinitiatie: Emma heeft moeite met zelfstandig beginnen.
  • Zelfvertrouwen/zelfmonitoring: Ze twijfelt of ze het goed begrepen heeft, ook als dat wel zo is.
  • Emotieregulatie: Mogelijk speelt faalangst of onzekerheid een rol als het niet meteen






Geef een compliment voor het proberen: niet alleen voor het goede antwoord.

Gebruik een aanmoedigingskaartje op haar tafel met zinnen zoals:
‘Ik probeer het eerst zelf’, ‘Ik kan dit’, ‘Ik weet waar ik moet kijken’.

Zorg voor voorspelbare routines, zodat ze weet wat er van haar verwacht wordt.

Slide 15 - Diapositive

Casussen:
✨ Hoe kun je stimuleren zonder overnemen?

  • Stel open vragen: “Wat heb je gehoord bij de uitleg?” of “Wat zou je nu kunnen doen?”
  • Geef kleine keuzes: “Wil je beginnen met taal of rekenen?”
  • Geef een compliment voor het proberen: niet alleen voor het goede antwoord.
  • Gebruik een aanmoedigingskaartje op haar tafel met zinnen zoals:
  • ‘Ik probeer het eerst zelf’, ‘Ik kan dit’, ‘Ik weet waar ik moet kijken’.
  • Zorg voor voorspelbare routines, zodat ze weet wat er van haar verwacht wordt.

Slide 16 - Diapositive

Individuele opdracht
  • Opdracht:
Beschrijf een leerling uit jouw praktijk die (nog) weinig zelfredzaam is.

  • Wat zijn de signalen? Wat heb jij tot nu toe gedaan?
  • Wat werkte wel/niet? Wat zou je nu anders doen?

Bespreek dit met een studiegenoot. Geef elkaar tips.

Slide 17 - Diapositive

Rollenspel - 3 tal (OA-leerling-observator)
 Situaties:
Leerling in VO doet niet mee aan groepswerk en zegt: “Jij doet dat beter.”
Leerling PO blijft hangen in "ik kan het niet"-gedrag bij rekenen.

Je hebt weinig tijd en de leerling wil dat jij het oplost. Wat doe je?

Observator let op:

Hoe stimuleert de OA zelfstandigheid?
Wordt er doorgevraagd en begeleid i.p.v. overgenomen?

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
 “Observeer komende week een leerling in PO of VO. Analyseer het gedrag t.a.v. zelfredzaamheid en beschrijf hoe jij dit stimuleerde of zou kunnen stimuleren.”

Bespreek dit de volgende les

Slide 19 - Diapositive