HH quiz Uitscheiding mavo 4 2324

Quiz Uitscheiding
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Quiz Uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Noem de indicator voor koolstofdioxide

Slide 2 - Question ouverte

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
longblaasje

Slide 3 - Question de remorquage

Kun je tegelijkertijd slikken en ademhaling?
A
Ja, dit kan
B
Nee, bij slikken sluit de huig de luchtpijp
C
Nee, bij slikken sluit het stroklepje de luchtpijp
D
Nee, bij slikken sluit het stroklepje de slokdarm

Slide 4 - Quiz

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 5 - Quiz

Waar vindt de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide precies plaats?

Slide 6 - Question ouverte

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Hoornlaag

Slide 7 - Question de remorquage

Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Reservestof die wordt opgeslagen in de lever en spieren
Hormoon dat ervoor zorgt dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
suikerziekte
glucose
glucagon
glycogeen

Slide 8 - Question de remorquage

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 9 - Question de remorquage

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 10 - Question de remorquage

Uit welke 2 vloeistoffen bestaat
het inwendig milieu?

Slide 11 - Question ouverte

In welk bloedvat wisselt het glucosegehalte van het bloed het sterkst in de loop van een etmaal.
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Poortader

Slide 12 - Quiz

Wat gebeurt er in de lever?
De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
Slaat glycogeen op
C
Maakt gal
D
A, B en C zijn juist

Slide 13 - Quiz

Tekst
Blaas
Urineleider
Nier
Aorta
Holle ader

Slide 14 - Question de remorquage

De lever wordt aangegeven met letter...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 15 - Quiz