Bs 2 - BiNaS 84

Herhaling
Basisstof 2
Binas tabel 84
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling
Basisstof 2
Binas tabel 84

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de eerste ontmoeting bindt een macrofaag een antigeen op...
A
MHC-eiwit klasse II
B
aspecifieke receptor

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

MHC-II receptoren vindt je op macrofagen. Op welke witte bloedcellen nog meer?
A
B-cel
B
dendritische cel
C
geen van beiden
D
op zowel B-cel als dendritische cel

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welk type verworven afweer worden bacteriën hoofdzakelijk onschadelijk gemaakt?
A
Humoraal
B
Cellulair

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na fagocytose presenteert een macrofaag een antigeen op...
A
MHC-eiwit klasse II
B
aspecifieke receptor

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welk type verworven afweer worden toxinen van bacteriën hoofdzakelijk onschadelijk gemaakt?
A
cellulair
B
humoraal

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Virussen worden door zowel humorale als cellulaire afweer onschadelijk gemaakt.
Deze uitspraak is ....
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke celtypen zijn betrokken bij de interne, aspecifieke (aangeboren) afweer?

A
cellen van het complementsysteem
B
fagocyten
C
monotypen
D
natural killer cellen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type antistof of welke typen antistoffen wordt doorgegeven van moeder op het kind wanneer het borstvoeding krijgt?
A
IgA
B
IgD
C
IgE
D
IgG

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk celtype hoor er niet bij ....
A
inactieve B-cellen
B
dendritische cellen
C
macrofagen
D
inactieve T-cellen

Slide 10 - Quiz

A t/m C kunnen aan fagocytose doen, inactieve T-cellen niet. 
Welk organel in een plasmacel is vanwege de functie van die cel méér aanwezig dan in andere bloedcellen.
A
endoplasmatisch reticulum
B
Golgi apparaat
C
lysosym
D
mitochondrium

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type antistof wordt doorgegeven van moeder op het ongeboren kind?
A
IgA
B
IgD
C
IgE
D
IgG

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een geactiveerde Th-cel activeert de pre-Tc-cel wanneer deze Tc-cel
A
nog niet gebonden is aan een geïnfecteerde cel
B
al wel gebonden is aan een geïnfecteerde cel
C
op geen van beide manieren
D
op alle twee de manieren

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuniteit op de lange termijn hangt af van ...
A
de hoeveelheid antistoffen die wordt gevormd
B
de hoeveelheid geheugencellen die wordt gevormd

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu zelfstandig aan de slag
Vat basisstof 3 samen op basis van het leerdoel:

- Neem afb 28 over in je schriftt en beschrijf de primaire en secundaire reactie
geef het verschil aan tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit en het effect van vaccinatie en het belang van groepsimmuniteit.

- Geef het verschil aan tussen actieve en passieve immunisatie

- Neem afb. 34 over in je schrift en beschrijf het proces.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions