1. Feiten, meningen en argumenten

________|________|________|____|____|________|_____|______
week 38
week 39
week 40
week 41
week 42
week 43
week 44
week 45
vakantie
SO3:
Zie inhoud proefwerk 1 en proefwerk 2
- leestekens
- werkwoord-
spelling
- congruentie


- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden


- aan elkaar of los
- pv in samengestelde zinnen
- woordvolgorde
- samentrekking
fictie 
afronden

project-
week
Proefwerk 1
- indeling van een tekst
- onbekende woorden 
- leestekens
- werkwoord-
spelling
- congruentie
Deeltoets 2
- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden
Proefwerk 2
- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden
- aan elkaar of los
- pv in samengestelde zinnen
- woordvolgorde
- samentrekking
Fictie inleveren
1 / 7
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 7 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

________|________|________|____|____|________|_____|______
week 38
week 39
week 40
week 41
week 42
week 43
week 44
week 45
vakantie
SO3:
Zie inhoud proefwerk 1 en proefwerk 2
- leestekens
- werkwoord-
spelling
- congruentie


- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden


- aan elkaar of los
- pv in samengestelde zinnen
- woordvolgorde
- samentrekking
fictie 
afronden

project-
week
Proefwerk 1
- indeling van een tekst
- onbekende woorden 
- leestekens
- werkwoord-
spelling
- congruentie
Deeltoets 2
- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden
Proefwerk 2
- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden
- aan elkaar of los
- pv in samengestelde zinnen
- woordvolgorde
- samentrekking
Fictie inleveren

Slide 1 - Diapositive

- Je kunt feiten, meningen en argumenten

in teksten herkennen



Slide 2 - Diapositive

Wat is een feit?

Slide 3 - Carte mentale

Een feit is een uitspraak die waar of onwaar kan zijn.

Je kunt de uitspraak controleren.

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn géén signaalwoorden voor een argument?
A
omdat - want
B
namelijk - immers
C
aangezien - bovendien
D
echter - daarentegen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn géén signaalwoorden voor een mening?
A
ik vind
B
volgens mij
C
ik ben het er (niet) mee eens dat
D
als... dan...

Slide 6 - Quiz

________|________|________|____|____|________|_____|______
week 38
week 39
week 40
week 41
week 42
week 43
week 44
week 45
vakantie
SO3:
Zie inhoud proefwerk 1 en proefwerk 2
- leestekens
- werkwoord-
spelling
- congruentie


- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden


- aan elkaar of los
- pv in samengestelde zinnen
- woordvolgorde
- samentrekking
fictie 
afronden

project-
week
Proefwerk 1
- indeling van een tekst
- onbekende woorden 
- leestekens
- werkwoord-
spelling
- congruentie
Deeltoets 2
- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden
Proefwerk 2
- feiten, meningen en argumenten
- onbekende woorden
- aan elkaar of los
- pv in samengestelde zinnen
- woordvolgorde
- samentrekking
Fictie inleveren

Slide 7 - Diapositive