Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- kernzinnen herkennen

-signaalwoorden herkennen;​

- de volgende verbanden omschrijven: 

volgorde van tijd, opsomming, doel/middel en oorzaak/gevolg, voorbeeld, tegenstelling;

Omschrijf wat een kernzin is.

Signaalwoorden

Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. ​

Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ (opmerken) dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een opsomming, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg.

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Even opwarmen

In de ochtend ga ik aan het werk, daarna maak ik de werkplekopdrachten.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. opsomming
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. volgorde van tijd

De werkplekopdrachten krijg ik niet af, waardoor mijn studie vertraging oploopt.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. volgorde van tijd
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Ook wordt het in de herfst steeds kouder buiten.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. volgorde van tiijd
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Hij heeft leuke hobby's, zoals het houden van vissen.

Welk tekstverband zie je hier?

1. voorbeeld
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Ten eerste kijk ik welke signaalwoorden ik herken, vervolgens kies ik het verband erbij.

Welk tekstverband hoort bij deze zin?

1. volgorde van tijd
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Ik lees veel, daardoor leer ik meer over verbanden in teksten.

Welk tekstverband zie je hier?

1. volgorde van tijd
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Tekstverbanden + signaalwoorden

Signaalwoorden/voegwoorden

Signaalwoorden zijn belangrijke woorden om een tekst snel te kunnen lezen en begrijpen: het zijn de woorden waarmee de schrijver de structuur en gedachtegang van zijn tekst duidelijk maakt. Na een signaalwoord kan er bijvoorbeeld een tegenstelling komen, een voorbeeld, een conclusie of een uitleg. Let dus bij het lezen op signaalwoorden om de tekst beter te begrijpen, en gebruik bij het schrijven signaalwoorden om je tekst beter leesbaar en duidelijker te maken.

Noem een tekstverband

Chronologisch verband (tijd)

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Oorzaak / gevolg

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Doel / middel

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Opsomming

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Aan het werk