Module 1 les 3 Tekstverbanden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands periode 1

Vier lessen in p1

NUMO 

Uitlegfilmpjes SVO - YouTube

Examinering CE lezen en luisteren begin p3

Domein lezen en luisteren

1. Leesstrategieën

2. Indeling teksten

3. Signaalwoorden

4. Verslag schrijven

Programma vandaag

Inleiding

Theorie signaalwoorden

Aan de slag

Afsluiting

10 minuten

10 minuten

15 minuten

5 minuten

Programma vandaag

Thema Signaalwoorden

Aan het einde van de les kun je:

-signaalwoorden herkennen in samengestelde zinnen;​

- de volgende verbanden omschrijven: 

chronologisch verband, opsomming, doel/middel en oorzaak/gevolg;

- vragen beantwoorden over een (luister)tekst. ​

Terugblik

Indeling teksten en kernzinnen

Omschrijf wat een kernzin is.

Even opwarmen

Opdracht

Kies de juiste verbanden in de tekst.

 

Signaalwoorden

Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. ​

Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ (opmerken) dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een opsomming, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg.

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Tekstverbanden

Eerst nog even dit...

Het heeft geen zin om de signaalwoorden uit je hoofd te kennen, als je de tekstverbanden wilt leren. 

Let bij het kiezen van een tekstverband goed op de kenmerken van beide tekstdelen en kies dan welk tekstverband het beste erbij past.

Chronologisch verband (tijd)

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Voorbeeld

Jeroen gaat pompoensoep maken. 

Eerst moet hij de ingrediënten kopen, voordat hij de soep kan maken . 

Oorzaak / gevolg

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Voorbeeld

Al het fruit moest uit de boomgaard gehaald worden.

Doordat hij zestig kilo fruit niet allemaal op kan eten, laat hij er fruitsap van maken. 

Doel / middel

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Voorbeeld

Hij zoekt een lekker recept, zodat hij zijn ouders kan verrassen met een goede maaltijd.  

Opsomming

Je krijgt een aantal stukken tekst. Leg de tekst op de goede volgorde, met een inleiding, kern en slot. 

Bespreek daarna in je groepje waarom dit de goede volgorde is. 

Kies een tekst naar keuze, of gebruik de tekst 'gezonde lunch houdt personeel fit', die te vinden is in Teams > extra materialen. 

Voorbeeld

Voor het recept heeft hij pompoen, sjalotten, knoflook, room en peterselie nodig. 

Opdracht

Zijn er antwoorden in de eerste opdracht die je wil verbeteren?

Antwoorden

Vanmorgen ga ik aan het werk, vervolgens maak ik de werkplekopdrachten.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

De werkplekopdrachten krijg ik niet af, waardoor mijn studie vertraging oploopt.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Om dat te voorkomen, ga ik volgende keer eerder beginnen met de opdrachten.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Voordat ik nog een jaar vertraging oploop.

Welk tekstverband zie je hier?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Deze opdracht maak ik, met de bedoeling om de signaalwoorden te oefenen.

Welk tekstverband zie je in deze zin?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Eerst kijk ik welke signaalwoorden ik herken, daarna kies ik het verband erbij.

Welk tekstverband hoort bij deze zin?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Daardoor leer ik meer over verbanden in teksten.

Welk tekstverband zie je hier?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Wanneer ik deze opdracht af heb, ben ik klaar voor het echte werk.

Welk tekstverband heeft deze zin?

1. chronologisch verband (tijd)
2. doel - middel
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Aan het werk

Opdracht 

Lees de tekst, gekopieerd uit jullie e-book en maak de opdrachten. 

Lever het geheel in. De eerste les van periode 2 kom ik hierop terug. 

Luisteropdracht

Luister naar de aflevering over voedselverspilling.

​

Maak de vragen van het werkblad. ​

Niet af? Verder afmaken in het mentoruur.

​

Als je het niet af hebt, kun je deze in het verwerkingsuur maken tijdens het mentoruur. 

Als de link niet direct doorverwijst: scroll naar vraag i > vraag 21.

Afsluiting

Noem een tekstverband

NUMO

Allemaal inloggen in Numo

Vooruitblik