NS1T3H06.2 Luchtdruk

H06 - Het Weer
Een hoofdstuk over dat wat elke Nederlander dagelijks bezig houdt: de toestand van de atmosfeer. 
*** CORONA - Editie ***
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H06 - Het Weer
Een hoofdstuk over dat wat elke Nederlander dagelijks bezig houdt: de toestand van de atmosfeer. 
*** CORONA - Editie ***

Slide 1 - Diapositive

Eindproduct
  • Je gaat de komende periode zelfstandig door het hoofdstuk over het weer.
  • Je levert via Magister - ELO - Opdrachten een verslag in. De opdracht staat daar. 
  • De uiterste inleverdatum is zondag 19 april (meivakantie)

Slide 2 - Diapositive

H06.2 - Luchtdruk
Leerdoelen

  • Ik kan luchtdruk omrekenen naar verschillende eenheden
  • Ik weet hoe luchtdruk gemeten kan worden
  • Ik weet wat drukgebieden zijn en welke invloed zij hebben

Slide 3 - Diapositive

Atmosferische druk
  • Ofwel: Luchtdruk (de druk van de atmosfeer)
  • Ontstaat door de kolom lucht die boven je is

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Luchtdruk
  • In dampkring zit lucht, deze wordt ook door de aarde aangetrokken.
  • Hierdoor wordt op iedere vierkante centimeter een druk uitgeoefend van ongeveer 10 N
  • Druk van de lucht is dus 10 N/cm^2 = 1 bar = 1000 mbar

Slide 6 - Diapositive

Luchtdruk - Eenheid
  • 1m^2 = 100 x 100 = 10.000 cm^2
  • Dus druk op oppervlakte van 1 m^2 is 100.000 N. 
  • Pa staat voor Pascal, eenheid van druk, 1 Pa = 1 N/m^2
  • Hectopascal (hPa) is de eenheid die gebruikt wordt door meteorologen (weerkundigen), 1 hPa = 100 Pa

Slide 7 - Diapositive

Hoe kan het dat hoger in de atmosfeer een lagere luchtdruk is?
A
Er drukt meer lucht op 1 cm^2
B
Er drukt minder lucht op 1 cm^2

Slide 8 - Quiz

Hoe hoger in de lucht, hoe lager de luchtdruk

Slide 9 - Diapositive

druk / hoogte
moleculen / hoogte

Slide 10 - Diapositive

Hoge en lage druk
  • De luchdruk ligt onder normale omstandigheden ergens tussen 980 hPa en 1030 hPa
  • Vuistregel: Hoge druk > 1000 hPa, Lage druk < 1000 hPa
  • De lijnen zijn isobaren, deze verbinden plekken met dezelfde luchtdruk


Slide 11 - Diapositive

Luchtdruk en het weer
De luchtdruk is een goede graadmeter voor het weer mogelijke neerslag. Bij een hoge luchtdruk is het vaker goed weer en bij een lage luchtdruk is het vaker slecht weer.

Slide 12 - Diapositive

Luchtdruk en regen
Hoewel niets zo veranderlijk is als het weer, zou je kunnen zeggen dat een lagere druk een grotere kans op regen. Hier een vuistregel:

  • 990 hPa = 80% kans op regen
  • 1000 hPa = 70% kans op regen
  • 1010 hPa = 40% kans op regen
  • 1020hPa = 20% kans op regen
  • 1030 hPa = 10% kans op regen

Slide 13 - Diapositive

Barometer
  • Druk meet je normaal met een manometer
  • Luchtdruk meet je met een barometer
  • Een barometer die een grafisch verloop van dde luchtdruk laat zien heet een barograaf
  • Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa 
  • kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa

Slide 14 - Diapositive

Werking barometer
  • In het witte metalen doosje is een erg lage luchtdruk
  • Het doosje wordt door luchtdruk meer of minder ingedrukt
  • Door de verbinding aan het tandwiel, verplaatst de meter zich 

Slide 15 - Diapositive

Zijaanzicht luchtdruk

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Punten met een gelijke luchtdruk
heten:
A
Isobaren
B
Isothermen
C
Isotopen
D
Isogonen

Slide 18 - Quiz

Bij een hogedrukgebied is er vaak sprake van
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer

Slide 19 - Quiz

Wind waait altijd van:
A
Hoge druk naar lage druk
B
Lage druk naar hoge druk

Slide 20 - Quiz

Leerdoelen behaald?

  • Ik kan luchtdruk omrekenen naar verschillende eenheden 
  • Ik weet hoe luchtdruk gemeten kan worden
  • Ik weet wat drukgebieden zijn en welke invloed zij hebben

Slide 21 - Diapositive