Beenverbindingen = plekken waar botten met elkaar verbonden zijn.
Zonder beweging:
1.
2.
Met beweging:
3.
4.
Slide 5 - Diapositive
AANT. BS 3 BEENVERBINDINGEN
Beenverbindingen = plekken waar botten met elkaar verbonden zijn.
Zonder beweging:
1. Vergroeid
2. Naad
Met beweging:
3. Kraakbeen
4. Gewricht
Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht
Slide 6 - Diapositive
LEERDOELEN. Ik kan ...
5. het spierstelsel beschrijven
5.1 de twee functies van het spierstelsel kan benoemen
5.2 aan de hand van twee termen uitleggen hoe het spierstelsel en skelet verbonden zijn
6. de werking van spieren beschrijven
6.1 kan benoemen wat het enige is wat een spier kan en aan de hand hiervan met de juiste vakterm kan uitleggen en afleiden wat er nodig is om een tegengestelde beweging te maken
6.2 van gegeven spieren in een afbeelding kan aangeven welke beweging zij mogelijk maken
7. verschillende soorten spierweefsel onderscheiden
7.1 drie soorten spierweefsel benoemen en afleiden en van ieder benoemen waar ze voorkomen
7.2 de verschillen tussen de drie soorten spierweefsel benoemen en afleiden
Slide 7 - Diapositive
BS 4. SPIEREN
Spierstelsel = alle skeletspieren in
het lichaam samen.
Zorgt ervoor dat:
Je kunt bewegen
Je rechtop kunt staan
Je hebt ook orgaanspieren & een hartspier
deze kun je niet vrijwillig bewegen / heb je
niet onder controle
Slide 8 - Diapositive
BS 4. SPIEREN
Spierstelsel = alle skeletspieren in
het lichaam samen.
Je hebt ook orgaanspieren &
een hartspier: deze kun je niet
vrijwillig bewegen / heb je niet
onder controle
Slide 9 - Diapositive
BS 4. SPIEREN
Spieren:
- zitten met behulp
van pezen vast aan
aanhechtingsplaatsen
op het skelet.
- kunnen alleen maar
samentrekken, dan wordt
de spier korter & dikker
Slide 10 - Diapositive
BS 4. SPIEREN
Bespreek met je buur:
- Welke spier trekt samen in afb. 1? - Welke spier trekt samen in afb. 2? - Leg uit dat je de biceps en triceps
een 'paar' zou kunnen noemen.
Slide 11 - Diapositive
BS 4. SPIEREN
Antagonistisch paar = een
buigspier en trekspier die samen
één beweging mogelijk maken.
(zoals de biceps & triceps).
Welk antagonistisch paar zorgt ervoor
dat je je knie kunt buigen?
Slide 12 - Diapositive
BS 4. SPIEREN
Antagonistisch paar = een
buigspier en trekspier die samen
één beweging mogelijk maken.
(zoals de biceps & triceps).
Welk antagonistisch paar zorgt ervoor
dat je je knie kunt buigen?
Slide 13 - Diapositive
LEERDOELEN. Ik kan ...
5. het spierstelsel beschrijven
5.1 de twee functies van het spierstelsel kan benoemen
5.2 aan de hand van twee termen uitleggen hoe het spierstelsel en skelet verbonden zijn
6. de werking van spieren beschrijven
6.1 kan benoemen wat het enige is wat een spier kan en aan de hand hiervan met de juiste vakterm kan uitleggen en afleiden wat er nodig is om een tegengestelde beweging te maken
6.2 van gegeven spieren in een afbeelding kan aangeven welke beweging zij mogelijk maken
7. verschillende soorten spierweefsel onderscheiden
7.1 drie soorten spierweefsel benoemen en afleiden en van ieder benoemen waar ze voorkomen
7.2 de verschillen tussen de drie soorten spierweefsel benoemen en afleiden
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.