H33 Vr 13 dec 2024

H33 Vr 13 dec 2024
Blz 98/ 99 maken opdr 1 en 2
Daarna: 

Blz 100 lezen gele kadertje met de begrippen en lezen tekst 
maken opdr 1 en 2

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H33 Vr 13 dec 2024
Blz 98/ 99 maken opdr 1 en 2
Daarna: 

Blz 100 lezen gele kadertje met de begrippen en lezen tekst 
maken opdr 1 en 2

Slide 1 - Diapositive

Wat is de betekenis van etymologie?
A
oorsprong en geschiedenis van woorden
B
wetenschap over eten
C
bestudering van geschiedenis
D
oorsprong van eten

Slide 2 - Quiz

Opdr 1 blz 96/97:

Slide 3 - Diapositive

Opdr 2

Slide 4 - Diapositive

Opdr 3

Slide 5 - Diapositive

Par 4 Dierentaal blz 98/ 99
Lichaamstaal en non-verbale communicatie
Leerdoelen voor deze paragraaf:
Je leert op welke manier dieren communiceren.
Je leert enkele voorbeelden van dierentaal.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie is communicatie die je overbrengt
zonder woorden.


Slide 8 - Diapositive

Verbale communicatie
Dat wat er wordt gezegd....

Slide 9 - Diapositive

Non-verbale communicatie
Lichaamstaal

Slide 10 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 11 - Quiz

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 12 - Quiz


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 13 - Quiz

Verbale
 communicatie
Non-verbale communicatie

Slide 14 - Question de remorquage

Vandaag:
Nakijken huiswerk opdr 1 en 2 blz 98/99
Uitleg theorie Metonymie en Synesthesie blz 100
nakijken opdr 1 blz 100
Maken opdr 2 en 3 blz 100/101

Slide 15 - Diapositive

par. 5 Beeldspraak
Leerdoel: 
Je kunt/weet beeldspraak herkennen en wat metonymie en synesthesie zijn.

Slide 16 - Diapositive

opdracht 1
  • a het woordenboek dat is geschreven door de heer Van Dale
  • b de chauffeur van die auto
  • het verkeerslicht waarvan de rode lamp brandt
  • c Nederlanders
  • d spraakvermogen
  • e de inhoud van het glaasje
  • f het individu of het team dat namens Zwitserland deelneem

Slide 17 - Diapositive

Metonymie
Je gebruikt metonymie als je niet rechtstreeks zegt wat je bedoelt, maar een woord gebruikt dat daarmee te maken heeft. Dat woord roept datgene wat je bedoelt als het ware op.

Je benoemt dus niet letterlijk het object, maar vervangt het door een beeld dat er aan gerelateerd is.

Slide 18 - Diapositive

synesthesie
Bij de synesthesie worden er twee of meer  zintuigen met elkaar gecombineerd. 

bv. schreeuwende kleuren

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Lees de volgende zinnen
  • Sven Kramer won afgelopen jaar drie keer goud
  • Voordat ik met de les begin moet ik altijd even de koppen (of neuzen) tellen
  • Nederland maakte 3-1 tegen Duitsland
  • Hij heeft een groot hart
  • De vrouwen staan in vuur en vlam
  • Wij hebben volgens de Van Dale een echte Van Gogh in ons huis hangen

Slide 21 - Diapositive

Metonymie
Welke beeldspraak staan er in de dik gedrukte woorden? 

  • Goud (beeld) staat voor een gouden medaille (object)
  • Koppen of neuzen (beeld) tellen: de mensen (object) tellen
  • Nederland/Duitsland: (beeld) de voetballers van het Nederlandse team (object), de voetballers van het Duitse team (object)
  • Groot hart (beeld): hij is vrijgevig/goed gezind (object)
  • In vuur en vlam(beeld): ze zijn verliefd/opgewonden (object)
  • Van Dale (beeld): het woordenboek dat Van Dale (object) heet
  • Van Gogh (beeld): het schilderij van Van Gogh (object) (niet van Gogh zelf)

Slide 22 - Diapositive

Conclusie
Je zegt met het nieuwe begrip dus iets wat samenhangt met het bedoelde begrip. 

Zo is bij “koppen”, de kop een onderdeel van een mens. 
En bij de Van Gogh wordt natuurlijk niet de man zelf bedoeld, maar wordt de naam gezegd om de samenhang met het schilderij aan te duiden.

Slide 23 - Diapositive

Metonymie
Het woord metonymie is afkomstig uit het Grieks en betekent letterlijk ‘’een verandering van naam’’. 
Hierbij kun je dus denken aan ‘’betekenisverschuiving’’. 
Een metonymie valt onder het thema stijlfiguur en is een soort beeldspraak. Je zegt dan niet meteen wat je bedoelt, maar je gebruikt een woord dat daar mee samenhangt. 
Het nieuwe begrip roept dan het bedoelde begrip op. Dat klinkt allemaal een beetje ingewikkeld, maar we leggen het nog eens uit met de volgende voorbeeld. Let op: de dikgedrukte woorden drukken eigenlijk dus iets anders uit:


Slide 24 - Diapositive

Metonymie
Je zegt met het nieuwe begrip (beeld iets wat samenhangt met het bedoelde begrip (object)

Zo is bijvoorbeeld “goud”, de eerste prijs en koppen/neuzen, het aantal mensen.

  • Goud (beeld) staat voor een gouden medaille (object)
  • Koppen of neuzen (beeld) tellen: de mensen (object) tellen
  • Nederland/Duitsland: (beeld) de voetballers van het Nederlandse team (object), de voetballers van het Duitse team (object)
  • Groot hart (beeld): hij is vrijgevig/goed gezind (object)
  • In vuur en vlam(beeld): ze zijn verliefd/opgewonden (object)
  • Van Dale (beeld): het woordenboek dat Van Dale (object) heet
  • Van Gogh (beeld): het schilderij van Van Gogh (object) (niet van Gogh zelf)

Slide 25 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van metonymie?
A
Fris en fruitig opstaan
B
De ronde cirkel
C
Oranje wint de beker!
D
Mijn Nike's zijn vies.

Slide 26 - Quiz

Synesthesie
Synesthesie is het verbinden van  de zintuigen (smaak, geur, aanraking, zicht, gehoor) met sensaties (liefde, haat, tederheid, woede, plezier, onverschilligheid, enz.) 

Synesthesie kan worden gezien als een bijzondere vorm van de metafoor

Slide 27 - Diapositive

voorbeeld synesthesie
koude blik : koud: voelen - blik: kijken

Schreeuwende kleuren
De zoete geur van succes.
Bittere woorden
Warme stem.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Welke van deze voorbeelden is GEEN synesthesie?
A
Het voelen van een zachte sfeer
B
Het zien van kleuren bij muziek
C
Het ruiken van geluiden
D
Het proeven van vormen

Slide 30 - Quiz

Wat is het voorbeeld van synesthesie in de zin: 'De bittere pil was een teleurstelling'?
A
Het zien van kleuren bij muziek
B
Het ruiken van geluiden
C
Het ervaren van smaak bij het woord 'bitter'
D
Het proeven van vormen

Slide 31 - Quiz

wwWelke van de volgende voorbeelden is een metonymie?
A
De kroon heeft besloten om nieuwe maatregelen in te voeren.
B
De zon schijnt fel vandaag.
C
De kat ligt graag in de zon.
D
De bloemen bloeien in de lente.

Slide 32 - Quiz

wwWat is een synesthesie?
A
Menselijke eigenschappen geven aan een levenloos object.
B
Waarnemingen van twee verschillende zintuigen met elkaar gecombineerd
C
Een verzachtende uitdrukking gebruiken

Slide 33 - Quiz

Ik kan uitleggen wat metonymie en synesthesie betekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage