Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Frau Köster
Slide 1 - Diapositive
Was machen wir heute?
Lernziel
Selbständig Arbeiten
Grammatik prüfen
Neue Hausaufgaben
Slide 2 - Diapositive
Lernziel
Ich kenne die Grammatik der Geschlechter und die von haben und sein
Slide 3 - Diapositive
Selbständig Arbeiten
Schritt 16, Aufgaben: 7 und 8
Endstufe, Aufgaben 5 und 6
LEISE!
Slide 4 - Diapositive
Welk ezelsbruggetje ken ik, zodat ik de regelmatige werkwoorden kan vervoegen in het Duits?
A
feesttenten
B
feesttenten
C
(fe)estenten
D
(fe)esttenten
Slide 5 - Quiz
stap 1:
stap 2:
stap 3:
stap 4:
(fe)esttenten verdelen per persoonlijk voornaam-woord
vervoegde werkwoord koppelen aan het juiste persoonlijke voornaam-woord
Stam maken van het werkwoord
Uitvinden om welk persoonlijk voornaam-woord het gaat bij wat ik moet invullen
Slide 6 - Question de remorquage
Ik denk dat ik de rijtjes van 'haben' en 'sein' al goed ken.
JA!
NEIN
Ich habe noch Zweifel
Slide 7 - Sondage
haben
sein
gehabt
gewesen
habe
bin
hast
bist
hat
ist
haben
haben
sind
sind
seid
habt
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is het voltooid deelwoord van 'haben'?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van 'sein'?
Slide 10 - Question ouverte
Vul de persoonlijke voornaamwoorden in van 'ik' tot en met 'u'.
Slide 11 - Question ouverte
'du hast' en 'er hat' zijn de enige opvallende verschillen bij het vervoegen van 'haben' ten opzichte van het vervoegen van de regelmatige werkwoorden.
richtig
falsch
Slide 12 - Sondage
'du bist' en 'er ist' zijn de enige opvallende verschillen bij het vervoegen van 'haben' ten opzichte van het vervoegen van de regelmatige werkwoorden.
falsch
richtig
Slide 13 - Sondage
Schrijf de vervoegingen van 'haben' op (alle woorden achter elkaar), zonder de persoonlijke voornaamwoorden.
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf de vervoegingen van 'sein' op (alle woorden achter elkaar), zonder de persoonlijke voornaamwoorden.