toets fitness jaar 1

Wat is HITT
A
High Intensity Interval Training
B
High Insane Interval Training
C
High International Intensive Training
D
Hope International Intensive Training
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
MentorlesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is HITT
A
High Intensity Interval Training
B
High Insane Interval Training
C
High International Intensive Training
D
Hope International Intensive Training

Slide 1 - Quiz

Als iemand nog nooit heeft gefitnest en maar 1 x per week wil trainen dan laat je diegene
A
Cardio + en deelnemen aan een HITT training
B
Cardio + Trainen op 80% van 1rm met 6 herhalingen
C
Cardio + 1 grote spiergroep trainen
D
Cardio en 2 oefeningen 15-20 herhalingen per grote spiergroep

Slide 2 - Quiz

Progressieve overload is het verhogen van weerstand om een spier te laten ontwikkelen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Onder flexie verstaan we
A
naar buiten draaien van een gewricht
B
buigen van een gewricht
C
naar binnen draaien van een gewricht
D
strekken van een gewricht

Slide 4 - Quiz

Als er krachten (b.v. zwaartekracht) op verschillende delen van het lichaam inwerken, noemen we dat
A
fysiologische belasting
B
psychologische belasting
C
biomechanische belasting

Slide 5 - Quiz

Welke spier overspant de elleboog?
A
De gastrocnemius
B
De rhomboideus
C
de brachialis
D
de deltoideus

Slide 6 - Quiz

Als je je schouders ophaalt (shrug), gebruik je je
A
Musculus trapezius
B
De gastrocnemius
C
Musculus obliquus externus abdominis
D
musculus erector spinae

Slide 7 - Quiz

De shrug veroorzaakt de volgende beweging van de schoudergordel
A
retractie
B
depressie
C
protractie
D
elevatie

Slide 8 - Quiz

Als iemand nog nooit heeft gefitnest, laat je diegene opwarmen op de
A
stairmaster
B
crosstrainer
C
fiets
D
roeier

Slide 9 - Quiz

Wanneer treedt delayed muscle soreness op?
A
24 tot 48 uur na de training
B
12 tot 24 uur na de training
C
direct na de training
D
1 week na de training

Slide 10 - Quiz

Supercompensatie is de verbetering van prestaties, wanneer het lichaam voldoende hersteld is van een trainingsstimulus.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

1.Bij concentrische contractie verlengt de spier zich tijdens het kracht leveren
2. Bij isometrische contractie verandert de lengte van de spier niet.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
Stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

1. melkzuursysteem: Glucose -> 2ADP + melkzuur
2. Door de vorming van melkzuur is het proces aëroob-lactisch
A
beide stellingen zijn juist
B
beide stellingen zijn onjuist
C
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 13 - Quiz

1. De eerste voorraad ATP ligt in en rondom de spiervezels
2.
Met CP kan tekort ATP opgevangen worden
A
beide stellingen zijn juist
B
beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 14 - Quiz

1. Het zuurstofsysteem heeft als brandstoffen vetten, koolhydraten en eiwitten nodig.
2. In rust wordt energie aëroob vrijgemaakt
A
beide stellingen zijn juist
B
beide stellingen zijn onjuist
C
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 15 - Quiz

Welke vier grote spiergroepen zijn er?
A
Rug, benen, schouders, borst
B
Rug, buik, benen, borst
C
Rug, borst, buik, schouders
D
Rug, borst, benen, armen

Slide 16 - Quiz

In buiklig het been achterwaarts heffen => de volgende spieren worden dan gebruikt:
A
gluteus en abductor
B
abductor en adductor
C
adductor en hamstring
D
hamstring en gluteus maximus

Slide 17 - Quiz

het been achterwaarts heffen zorgt voor de volgende beweging in het heupgewricht:
A
anteflexie
B
retroflexie
C
abductie
D
exorotatie

Slide 18 - Quiz

Bij een sit up gebruik je je
A
musculus erector spinea, musculus tibialis anterior,
B
musculus rectus abdominis, musculus iliopsoas
C
musculus erector spinae, musculus iliopsoas
D
Musculus quadriceps femoris, musculus rectus abdominis

Slide 19 - Quiz

1. tijdens het kracht zetten adem je in.
2. het vastzetten van de ademhaling of persen tijdens het kracht zetten kan de terugstroom van bloed naar het hart belemmeren.
A
beide stellingen zijn juist
B
beide stellingen zijn onjuist
C
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 20 - Quiz

Waar staat ROM voor?
A
de spier Rhomboideus
B
Rust in Motion
C
Range of Motion
D
Radar on Motion

Slide 21 - Quiz