KD ICH - Hoofdstuk 5 - Energieleverantie

Keuzedeel ICH



Hoofdstuk 5
Energieleverantie
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
KD ICHMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Keuzedeel ICH



Hoofdstuk 5
Energieleverantie

Slide 1 - Diapositive

Herhaling vorige week

Bespreken onderstaande vragen (les 2):​
  1. Wat is de meest globale trainingsopbouw?
  2. Wat gebeurt er bij te vroeg trainen en wat zijn de gevolgen?
  3. Noem 3 punten passend bij de psychologische voorbereiding (W-up).​
  4. Waar hou jij rekening mee bij een warming-up?

Controleer je antwoorden met behulp van je boek. 



Slide 2 - Diapositive



Hoofdstuk 5: 
Energieleverantie

Slide 3 - Diapositive

Energiebronnen
Conditietraining→ richt zich op uithoudingsvermogen, kracht en snelheid in bewegingen.​


Contractie is gevolg van een zenuwprikkel en splitsing van energie die ligt opgeslagen in chemische brandstoffen.​

Door verbreken van chemische verbindingen komt energie vrij; gebeurt als gevolg van een zenuwprikkel en m.b.v. enzymen (gelijkmatige temp. en zuurgraad).





Slide 4 - Diapositive

Energiebronnen
Blz 31 t/m 33 trainingsleer
Hoe werkt de energieleverantie?

Slide 5 - Diapositive

ENERGIEBRONNEN
Energie kan op verschillende manieren uit andere stoffen worden gehaald. Splitsing van:​

  • Creatinefosfaat​
  • Glycogeen zonder O2​
  • Glycogeen met O2​
  • vetzuren​
  • Eiwitten​

Vermogen en capaciteit. Hoe zat dit ook alweer?






Slide 6 - Diapositive

 Creatinefosfaatsysteem
Max. inspanning functioneert ongeveer 10 à 15 sec.​
GEEN zuurstof​

Kleine capaciteit, groot vermogen



Terug vorming creatinefosfaat

20 - 25 sec.​
50%​

na 45 sec.​
75%​

na 1 min.​
90%​







Slide 7 - Diapositive

Glycogeen zonder O2​
Soort noodsysteem - inwerking bij hoge intensiteit over iets langere periode.


Anaerobe 
Wordt melkzuur gevormd.​


Beperkte capaciteit (± 1 minuut)​

Na ± 20 sec. maximaal beschikbaar

Voorbeelden van sport? 400m sprint, 100m vrije slag, 




Terug vorming 
na 15 min.​
± 50%​

na 30 min.​
± 75%​

na 45 min.​
± 90%​




Slide 8 - Diapositive

Glycogeen met O2​
Aerobe energievoorziening heeft een tijdje nodig om op gang te komen.

Glycogeen is een afbraakproduct van koolhydraten en vetten.​
Bij vetten is meer O2 nodig voor verbranding dan koolhydraten.​

Zolang het lichaam beschikt over glycogeen en voldoende O2 naar werkende spieren wordt getransporteerd → energiebehoefte gedekt​​

​Sporten die aanspraak doen op dit energiesysteem?














Terugvorming:
na 30 sec.​ ± 75%​
na 90 sec.​± 90%

Slide 9 - Diapositive

ENERGIESYSTEMEN

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk

Slide 11 - Diapositive

Trainen en gezondheid
Trainen en gezondheid
Periode 3
Les 2

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Inhoud
  • Energiesystemen

Slide 14 - Diapositive



Hoe zit je d'r bij?

Slide 15 - Sondage

ATP?

Slide 16 - Carte mentale

Voorraadtanks ATP resynthese

Slide 17 - Diapositive

Energiesystemen


  1. CP-systeem / Fosfaatsysteem
  2. Melkzuursysteem
  3. Zuurstofsysteem
Om ATP terug te winnen gebruiken we verschillende systemen:

Slide 18 - Diapositive

Energiesystemen

Slide 19 - Diapositive

CP-systeem


CP + ADP >>>                 >>> C + P + ADP

Creatinefosfaat ligt in je spieren (en lever) opgeslagen en is zeer snel te gebruiken voor ATP-resynthese

Creatine Phosphate: creatine fosfaat (ook wel fosfaatsysteem)
MAXIMALE INSPANNING TOT 20 SECONDEN
ATP

Slide 20 - Diapositive

CP-systeem

Slide 21 - Diapositive

Melkzuursysteem


Glycogeen + ADP >>>                                            >>> P + ADP

Groot nadeel : melkzuurproductie! PIJN!


Glycogeen zonder O2
NA 20 SECONDEN OPTIMAAL, NA 1 MINUUT VERVAL VERMOGEN
ATP + melkzuur

Slide 22 - Diapositive

Melkzuursysteem

Slide 23 - Diapositive

Zuurstofsysteem


Glycogeen/vet + O2 + ADP >>                                                 >> P + ADP



Glycogeen / vetzuren met O2
NA 2 MINUTEN OPTIMAAL. VANAF 45 MINUTEN OPTIMALE VETVERBRANDING
ATP + H20 + CO2

Slide 24 - Diapositive

Zuurstofsysteem

Slide 25 - Diapositive


Welk systeem gebruiken de sporters op de achtergrond veel?
A
Aeroob systeem
B
Melkzuursysteem
C
CO2-systeem
D
CP-systeem

Slide 26 - Quiz


Welk systeem gebruiken de sporters op de achtergrond veel?
A
Aeroob systeem
B
Melkzuursysteem
C
CO2-systeem
D
CP-systeem

Slide 27 - Quiz


Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond het meest?
A
CP-systeem
B
Zuurstofsysteem
C
Melkzuursysteem
D
H2O-systeem

Slide 28 - Quiz


Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond het meest?
A
CP-systeem
B
Zuurstofsysteem
C
Melkzuursysteem
D
H2O-systeem

Slide 29 - Quiz


Noem een sporter die voornamelijk aanspraak doet op het CP systeem
A
Marathonloper
B
Triatleet
C
Bobsleeër
D
Darter

Slide 30 - Quiz

Voorraadtanks ATP resynthese

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Hersteltijd tanks

Slide 33 - Diapositive


Als je 1 minuut lang tikker bent, hoe lang moet je dan rusten om de CP-tank weer vol te krijgen?
A
60 seconden
B
90 seconden
C
3 kwartier
D
2 minuten

Slide 34 - Quiz


Wat is anaerobe verbranding?
A
Verbranding met O2
B
Verbranding zonder O2
C
Verbranding met CO2
D
Verbranding met D2

Slide 35 - Quiz


Bij het melkzuursysteem zit er 1 groot nadeel, wat is dat nadeel?
A
Het verbruik van suikers
B
Het verbruik van O2
C
De vorming van melkzuur
D
De vorming van B2

Slide 36 - Quiz

En nu?
timer
10:00

Slide 37 - Diapositive

Test je kennis!?

Slide 38 - Diapositive

LESOPDRACHT
  1. Vorm een tweetal.​
  2. Per tweetal krijg je een casus, deze casus ga je voorbereiden. ​
  3. In de praktijk komt elke casus één keer aan bod, niet iedereen zal deze casus dus uitvoeren. 

Slide 39 - Diapositive