1e klas Theorie + opdrachten Psv + Bzv

Taalkundig ontleden
Psv + Bzv
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taalkundig ontleden
Psv + Bzv

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst meestal naar één of meer personen/ voorwerpen/ zaken.

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord 
Als je twijfelt of iets een PSV is, dan kun je het woordje waarover je twijfelt vervangen door een naam. Lukt dit? Dan is het een PSV.

Hij heeft heel goed zijn best gedaan vandaag. 
(Mauro) heeft heel goed zijn best gedaan vandaag. 

Slide 4 - Diapositive

Wat is/ zijn de psv's?
Op de fruitschaal ligt het appeltje dat je wilde meenemen.

Slide 5 - Question ouverte

Noteer de psv's:
Jullie bootje botste net tegen dat van mij.

Slide 6 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord BZV
Geeft een bezit aan, dus van wie iets is. 
Staat altijd vóór 
het woord waar het
bij hoort.

Slide 7 - Diapositive

LET OP!
Let op het verschil in de volgende zinnen!

Dat is mijn telefoon. (bzv)
Is die telefoon van mij? (psv)

Slide 8 - Diapositive

Noteer de bzv's:
Zij heeft haar broer een nieuwe telefoon gegeven.

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de bzv's:
Ons huis is vorige week eindelijke verkocht aan mijn beste vriend.

Slide 10 - Question ouverte

En nu werken jullie!

Slide 11 - Diapositive