weektaak week 38 /39 Lezen signaalwoorden en tekstverbanden

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen 
boek blz. 10
schrift en pen
ipad : in de tas 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen 
boek blz. 10
schrift en pen
ipad : in de tas 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

indeling stamgroepen

Slide 3 - Diapositive

vorige les

blz. 10 par. 2 Lezen :
 Tekstverbanden en signaalwoorden :
 uitleg theorie
 Wat : maken opdrachten 1 -3 
 Waar : in je schrift /boek 

= vandaag af / nagekeken 

toets je 




vandaag

opdracht 
1. 
2.
3.     
zijn af  !!
in je schrift en nagekeken.

klaar ? : opdracht 4 , 5 , 6 
en   opdracht 7 
chronologisch 
concluderend
opsommend
tegenstellend
toelichtend 

Slide 4 - Diapositive

toets (formatief) 
werkblad 
maken en inleveren 

timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

opdracht 8 
= schrijfopdracht : in je schrijfschrift
schrijf een tekst 
  • lengte = 3/4 pagina 
  • onderwerp : historisch overzicht / de geschiedenis van : ..........
  • indeling ; 
titel 
middenstuk 
slot 
  • onderstreep de signaalwoorden 






Lezen : fictie : boek kiezen 
Boekenmartkt Daan Nijman 

Slide 6 - Diapositive

 Zelfstandig werken
Wat
opdracht 1,  2 en 3 is af / nagekeken
Hoe
in je schrift /boek 
Hulp
hand opsteken 
Tijd
tot einde les 
Uitkomst
zelf nakijken met antwoordblad/ verbeteren 
Klaar
verder in je schrift   met opdrachten  4,  5,  6 en 7 

opdracht 4 = online maken  

Slide 7 - Diapositive

    vorige week

  • herh. Lezen + opdrachten
  • herh. zinsdelen + opdrachten

waar : (NN online) Planning 

= vandaag af  / na de les : Dalton    
      


         


vorige les  
wat is de weektaak  voor week 38 
it/s Learning  : NE 2 HV  NE 2VWO 

 Lezen : Tekstverbanden en signaalwoorden  : uitleg theorie 
 
par. 2 blz. 10 
wat : maken opdrachten 1 -8   

  waar : in je schrift /boek 


  • woordbetekenis in de context
  • titel
  • onderwerp
  • hoofdgedachte 
  • indeling tekst 
  • indeling in deelonderwerpen /tussenkopjes
  • kernzin 
  • tekstdoel 

Slide 8 - Diapositive

vorige les
wat is de weektaak voor week 38
it/s Learning : NE 2 HV NE 2VWO/ overzicht 
 Lezen : Tekstverbanden en signaalwoorden : uitleg theorie
par. 2 blz. 10

  • wat : maken opdrachten 1 -8
  • waar : in je schrift /boek 



Slide 9 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een goede tekst zijn woorden, zinnen en alinea's met elkaar verbonden.
Zo'n samenhang noem je een tekstverband.
Elk verband ontstaat door woorden, zinnen of alinea's aan elkaar te plakken met signaalwoorden.
Elk tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden.

Slide 10 - Diapositive

lesdoel
Na deze les weet je wat 
  • chronologische
  • concluderende 
  • opsommende
  • tegenstellende  
  • toelichtende verbanden  zijn  

en hoe je deze kunt herkennen aan de signaalwoorden die er bij horen 

Slide 11 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
1. Chronologisch verband: beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.

Eerst ging ik naar school en daarna ging ik naar de hockey.

Slide 12 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Concluderend verband :  er wordt een conclusie getrokken 
uit eerdere informatie uit de  tekst . 


Het  stormde en het regende heel hard,  daarom ging ik met de bus naarschool 

Slide 13 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
3. Opsommend verband: er worden dingen achter elkaar opgesomd.

Ik ging naar de supermarkt en daar moest ik appels en brood en ook nog cola halen.

Slide 14 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
4. Tegenstellend verband: er worden zaken tegenover elkaar gezet.

Ik moet mijn huiswerk maken, maar toch ga ik eerst Netflixxen.

Slide 15 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
5. Toelichtend verband: er wordt extra informatie gegeven, vaak in de vorm van een voorbeeld.

Ik vind spannende series erg leuk, zoals The 100 en La Casa de Papel.

Slide 16 - Diapositive

Begrijp je het?

Slide 17 - Diapositive

In de vakantie heb ik met vriendinnen afgesproken en daarnaast heb ik ook veel gegamed.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 18 - Quiz

Binnenkort gaat mijn broertje voor het eerst naar de middelbare school.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 19 - Quiz

Ik ben gek op chips met vreemde smaakjes, zoals de smaak stokbroodje kruidenboter.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 20 - Quiz

Ik heb mijn huiswerk gemaakt, maar ik heb het niet af gekregen.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 21 - Quiz

Weet je het nog?

Slide 22 - Diapositive

Noteer een zin met een chronologisch verband

Slide 23 - Question ouverte

Noteer een zin met een opsommend verband

Slide 24 - Question ouverte

Noteer een zin met een toelichtend verband

Slide 25 - Question ouverte

Noteer een zin met een tegenstellend verband

Slide 26 - Question ouverte

Wat is een toelichtend verband?

Slide 27 - Question ouverte