V3 H1.1AB Lineaire vergelijkingen oplossen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Controle Huiswerk/spullen

Speciale leerlingen vandaag

Vastlegger: een leerling bedenkt tijdens de les 3 vragen, die gesteld wordt na de theorie uitgelegd aan 3 andere leerlingen.

Uitdager: een leerling stelt als enige de vragen (maximaal 5) tijdens de uitleg, wanneer er door mij iets wordt verteld wat niet duidelijk genoeg is. Deze leerling stelt vragen dan als

1.  Kunt u dit toelichten?
2.  Heeft u (nog) een voorbeeld?
3.  Kunt u dit meer in detail uitleggen?

Terugblik

met een paar quizvragen

Wat is wiskunde?

1. Formele wetenschap die onder andere getallen en patronen bestudeerd
2. Chemische veranderingen
3. Heeft te maken met energie en kracht
4. Rekenen

Wat wordt er bij wiskunde gebruikt? 

Wordt bij wiskunde gebruikt

Wordt niet bij wiskunde gebruikt

Wiskunde is...

1. ... een taal
2. .... logisch nadenken
3. ... patronen herkennen
4. ... verbanden leggen

Theorie AB

Kennen:

- Wat een lineaire vergelijking is

Kunnen:

- Lineaire vergelijkingen oplossen

1 min

Lineaire vergelijkingen (VWO2)

Vergelijkingen zoals

a.         

b.  

c.        

​7​​1​​x=3

4x+6=−1

4x+5=−18+5x

5 min

Nog meer voorbeelden

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

4(x−2)+3=8−7(x−6)

​4​​3​​(x−6)=​3​​2​​x−3

5 min

Lineaire vergelijkingen oplossen

Een lineaire vergelijking heeft een linker- en rechterkant, ook wel linker- en rechterlid. Een lineaire vergelijking heeft altijd variabelen zoals x of een andere letter.

2 min

Lineaire vergelijkingen oplossen

Werkschema voor het oplossen van lineaire vergelijkingen

1. Werk de haakjes weg

2. Werk de breuken weg

3. Breng alle termen met x(of een andere letter) naar het linkerlid en de rest naar het rechterlid

4. Herleid beide delen

5. Deel beide leden door het getal dat voor de x(of een andere letter) staat

aantekening

2 min

Even oefenen

Wat:        probeer de volgende vergelijkingen op te lossen

                 a      6x - 2 = 3x + 7

                 b      -13x + 16 = -x + 64

                 c       3x + 5 = 5

Hoe:       zelfstandig

Klaar?    maak §1.1 opgave 2, 4

5 min

 6x - 2 = 3x + 7

Uitwerking:

5 min

-13x + 16 = -x + 64

Uitwerking:

5 min

3x + 5 = 5

Uitwerking:

5 min

Vragen?

Te maken opdrachten

H1.1AB:

Opgave 2,4,6 t/m 10

• Opgave overnemen.
• Volledig uitwerken onder elkaar

verplicht te doen

Zelfstandig werken

Afsluiting