Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Oefenen met de ijsbergtheorie
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je van de ijsbergtheorie?
Slide 2 - Carte mentale
Behoefte aan extra uitleg
Bekijk de video op de volgende dia als je wilt.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Gedrag
Jij gaat bij de volgende dia's nadenken over je eigen gedrag.
Slide 5 - Diapositive
Hoe zou een ander jou omschrijven? Denk aan karaktereigenschappen.
Slide 6 - Question ouverte
Omschrijf in steekwoorden hoe jij jezelf ziet qua gedrag:
Slide 7 - Question ouverte
Zijn er verschillen in hoe je over komt en jij jezelf ziet?
Slide 8 - Question ouverte
Welke dingen beïnvloeden jouw gedrag?
A
Jouw levensdoel
B
Jouw normen en waarden
C
jouw persoonlijkheid, karakter
D
jouw zelfbeeld
Slide 9 - Quiz
Onder water
We gaan kijken naar de elementen die jouw gedrag 'maken'.
Slide 10 - Diapositive
beïnvloeden gedrag
Slide 11 - Diapositive
Een levensovertuiging beïnvloedt ook normen en waarden.
Slide 12 - Diapositive
Welke normen en waarden vind jij heel belangrijk? Noem er 5-8 stuks
Slide 13 - Question ouverte
Hoe kan ik deze normen en waarden terug zien in jouw gedrag. Waaruit blijkt dat?
Slide 14 - Question ouverte
Jouw zelfbeeld
Het zelfbeeld wordt gevormd door allerlei zaken.
Sommige van deze onderdelen zijn al door jou benoemd (kwaliteiten, valkuilen, normen en waarden)
Slide 15 - Diapositive
Omschrijf wat jij van jezelf vindt? Probeer dit te verwoorden. (Dat is dus niet hoe anderen jou zien of hoe jij je gedraagt).
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Welke karaktereigenschappen passen bij jouw persoonlijkheid? Noem er 8.
Slide 19 - Question ouverte
Wat zijn jouw drijfveren?
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Probeer jouw drijfveren eens op te schrijven. Denk bijvoorbeeld aan: Waar krijg jij energie van? Wat vind jij leuk in het leven of waar word jij gelukkig van? Waar kan ik je 's nachts voor wakker maken? Denk groot en klein! Alles is goed.