Persoonlijk Voornaamwoord / 1ste & 4de naamval - oefeningen

            Eerste en Vierde Naamval 
         Oefeningen met differentiatie 
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

            Eerste en Vierde Naamval 
         Oefeningen met differentiatie 

Slide 1 - Diapositive

Groen - makelijke opdrachten. Dat moet je weten. 

Oranje -  zulke opdrachten vind je bij de volgende repetitie. Als je deze kan, ben je goed voor de rep. voorbereid. 

Rood -  moeilijke opdrachten. Leuke opdrachten voor de leerlingen die uitdaging willen.

Slide 2 - Diapositive

Eerste naamval 
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 3 - Diapositive

jij

Slide 4 - Question ouverte

wij

Slide 5 - Question ouverte

zij (enkelvoud)

Slide 6 - Question ouverte

u

Slide 7 - Question ouverte

het

Slide 8 - Question ouverte

jullie

Slide 9 - Question ouverte

ik

Slide 10 - Question ouverte

hij

Slide 11 - Question ouverte

zij (meervoud)

Slide 12 - Question ouverte

Anja arbeitet jeden Tag. ......... braucht Geld.
A
er
B
sie
C
es

Slide 13 - Quiz

Peter und Hans sind Freunde, ............. kennen sich schon 10 Jahre.
A
wir
B
ihr
C
sie

Slide 14 - Quiz

Der Hund bleibt zu Hause, ........ ist krank.
A
er
B
sie
C
es

Slide 15 - Quiz

Wie viel kostet dieses Sofa? ....... ist sehr alt.
A
er
B
sie
C
es

Slide 16 - Quiz

Vierde naamval 

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 17 - Diapositive

ich vierde naamval is

Slide 18 - Question ouverte

es vierde naamval is

Slide 19 - Question ouverte

er vierde naamval is

Slide 20 - Question ouverte

wir vierde naamval is

Slide 21 - Question ouverte

sie (enkelvoud) vierde naamval is

Slide 22 - Question ouverte

ihr vierde naamval is

Slide 23 - Question ouverte

du vierde naamval is

Slide 24 - Question ouverte

sie (meervoud) vierde naamval is

Slide 25 - Question ouverte

Repetitie opdrachten

Slide 26 - Diapositive

............... (ik) komme um 12 Uhr.

Slide 27 - Question ouverte

Soll ich ........ (hem) nach Hause bringen?

Slide 28 - Question ouverte

Wo ist das Buch? Ich sehe ......... (het) nirgendwo.

Slide 29 - Question ouverte

Kommst ....... (jij) nicht zur Schule?

Slide 30 - Question ouverte

Es regnet. Darum können ..... (wij) nicht mit dem Fahrad fahren.

Slide 31 - Question ouverte

Habt ....... (jullie) Spaß gehabt?

Slide 32 - Question ouverte

Die Mutter hat ........ (zij) schon dreimal angerufen.

Slide 33 - Question ouverte

Ich habe ......... (jullie) gestern gesehen.

Slide 34 - Question ouverte

Warum haben ....... (u) nichts gesagt?

Slide 35 - Question ouverte

Ich sehe ....... jeden Tag.
A
er
B
ihn

Slide 36 - Quiz

Warum lachst ..... so wenig?
A
du
B
dich

Slide 37 - Quiz

.............. ist ein Arzt
A
er
B
ihn

Slide 38 - Quiz

Das ist für ...............
A
ihr
B
euch

Slide 39 - Quiz

Moeilijk !!!!!
                                     Leuke opdrachten voor leerlingen die een uitdaging willen.

Slide 40 - Diapositive

Gibst du Agnes deine Adresse?
Ja, ............. gebe Agnes ...........

Slide 41 - Question ouverte

Hat Martin Anja eingeladen (uitgenodigd)?
Ja, .......... hat ............. eingeladen.

Slide 42 - Question ouverte

Hat Vera dich nicht begrüßt?
Ja, doch ....... hat ........ begrüßt

Slide 43 - Question ouverte

Kennt ihr (unseren Nachbar)?
Nein, .............. kennen ......... nicht

Slide 44 - Question ouverte

Herr Schrief, wohnen Sie in Bilk?
Ja, ......... wohne da.

Slide 45 - Question ouverte

Wo hat (Anne) ........ das Essen reserviert?

Slide 46 - Question ouverte

Kennst du (diesen komischen Mann)..........?

Slide 47 - Question ouverte

(Das Kind)........... fährt immer viel zu schnell mit dem Mofa.

Slide 48 - Question ouverte

Slide 49 - Diapositive