Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
onderwerp van een zin
- het onderwerp van een zin is: wie of wat iets doet
- het onderwerp van een zin kan één woord of meerdere woorden zijn
- het kan op verschillende plekken in een zin staan, maar het staat meestal naast de persoonsvorm
- je kunt het onderwerp van een zin vinden door de vraag te stellen:
wie of wat doet iets?
onderwerp van een zin
BIJVOORBEELD:
Marieke schuift de deuren open.
Vraag: Wie schuift?
Antwoord: Marieke
De meeste zinnen bevatten een persoonsvorm, een werkwoordelijk gezegde en een onderwerp.
Veel zinnen hebben ook een lijdend voorwerp.
Met het lijdend voorwerp gebeurt iets,
het 'ondergaat' wat in het gezegde staat.
'slachtoffertje' van de zin --> doet zelf niks.
Tim | graaft | een kuil.
Wat graaft Tim? Tim graaft een kuil.
lijdend voorwerp = een kuil
Een speler | roept | de grensrechter.
Wie roept een speler? De speler roept de grensrechter.
lijdend voorwerp = de grensrechter
controle: zet er AAN/ VOOR bij het zinsdeel of laat het weg Als dat kan is het zinsdeel een MV.
Als je een andere taal dan het Nederlands moet leren, is kennis van ontleden ook heel handig. Je kan dan gebruik gaan maken van de overeenkomsten tussen talen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.