Hygiëne en infectiepreventie






Hygiëne binnen de instelling
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon






Hygiëne binnen de instelling

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na het volgen van deze les ben je instaat om in eigen woorden:
  • uit te leggen wat hygiënisch werken is
  • uit te leggen waarom is hygiënisch werken belangrijk
  • uit te leggen hoe een product besmet met micro-organismen
  • uit te leggen hoe je besmetting met micro-organismen kunt voorkomen
 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is hygiënisch werken?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is hygiëne?
Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat je zo min mogelijk in aanraking komt met ziekteverwekkers.

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 

  • Geef zelf 4 redenen waarom hygiëne belangrijk is.
  •  Geef aan wat jij onder persoonlijke hygiëne verstaat. Wat kan je doen?
  • Noem minimaal 3 voorbeelden met de eventuele gevolgen van een slechte hygiëne.

timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Micro-organismen
  • Micro = zeer klein
  • Organisme = levend wezen
  • Een micro-organisme is microscopisch klein. 

De meeste micro-organismen zijn onschuldig, maar er kunnen ook ziekteverwekkers tussen zitten. 

Voorbeelden hiervan zijn: griepvirus,  salmonella-bacteriën, E. coli-bacteriën en candida (schimmel).



Slide 8 - Diapositive

Hoe kan een zorgvrager worden besmet?

  • Direct contact
  • Indirect contact
  • Lucht



Slide 9 - Diapositive

Op welke manieren kunnen micro-organismen binnendringen?

Slide 10 - Question ouverte

Op welke manieren kunnen micro-organismen binnendringen?
  • Luchtwegen
  • De mond
  • De intacte huid
  • Beschadigde huid
  • Het bloed





Slide 11 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie?
  • Een infectie is het binnendringen van het lichaam door een micro-organisme

  • Een ontsteking is een reactie van het lichaam op beschadiging van het weefsel of op externe prikkels. 

Slide 13 - Diapositive

Welke micro- organismen kunnen ziekte veroorzaken?

Slide 14 - Carte mentale

Welke micro- organismen kunnen ziekte veroorzaken?
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Virussen
  • Parasieten

Slide 15 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een virus en een bacterie?

Slide 16 - Carte mentale

Immuunstoffen
Als je een infectie hebt, krijgt je algemene verschijnselen. Die verschijnselen ontstaan doordat je lichaam druk bezig is om antistoffen te maken. Deze stoffen noemen we ook wel immuunstoffen. Het zijn eiwitten die het binnengekomen micro-organisme onschadelijk maken.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Welke vorm van handhygiëne pas je toe?

Slide 19 - Diapositive

De verpleegkundige ontsmet de handen, neemt de pols van bewoner X en helpt nadien bewoner Y om op de rand van het bed te gaan zitten. Wat doe je tussen het cliëntcontact door?
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 20 - Quiz

Als verpleegkundige help je de cliënt naar het toilet. Wat doe je ter bescherming?
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 21 - Quiz

De verpleegkundige heeft de medicatiekar aangevuld en rijdt met de kar door de gang van kamer tot kamer. Ze verdeelt de medicatie aan de bewoners. Medicatie wordt niet toegediend.
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 22 - Quiz

De verpleegkundige giet urine in het toilet en schrijft nadien de gemeten waarde in het zorgplan.
Wat gebruik je?
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 23 - Quiz

De verpleegkundige neemt de maaltijd van de etenskar op de gang en brengt de maaltijd vervolgens binnen op de kamer van de bewoner.
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 24 - Quiz

De verpleegkundige schakelt het oproepsysteem uit op de kamer van de bewoner en doet de bedhekken van het bed omhoog. Nadien verlaat ze de kamer.
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 25 - Quiz

Je hebt iemand met corona verpleegd en moet nu de was meenemen van de kamer. Wat gebruik je?
A
Handalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 26 - Quiz

Lesdoelen
Na het volgen van deze les ben e instaat om in eigen woorden:
  • uit te leggen wat hygiënisch werken is
  • uit te leggen waarom is hygiënisch werken belangrijk
  • uit te leggen hoe een product besmet met micro-organismen
  • uit te leggen hoe je besmetting met micro-organismen kunt voorkomen
 

Slide 27 - Diapositive

Vragen?

Slide 28 - Diapositive